Esttenten en ettenten en feesteteneten herhaling 4

Richtig
Falsch
eins
twei
zwei
einz
drie
drei
vier
fier
fünf
vunf
sechs
ses
sieben
siben
acht
achd
neun
negen
zehn
tsen
1 / 35
volgende
Slide 1: Sleepvraag
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Richtig
Falsch
eins
twei
zwei
einz
drie
drei
vier
fier
fünf
vunf
sechs
ses
sieben
siben
acht
achd
neun
negen
zehn
tsen

Slide 1 - Sleepvraag

elf, twaalf, dertien
A
elf, zwolf,deizehn
B
elv, zwölf, dreizehn
C
elf, zwölf, dreizehn
D
elf zwolf, dreizen

Slide 2 - Quizvraag

veertien, vijftien, zestien
A
vierzehn, fünfzehn, sechszehn
B
firzehn, vunfzehn, sechzehn
C
virzehn, fünfzehn, sechszehn
D
vierzehn, fünfzehn, sechzehn

Slide 3 - Quizvraag

zeventien, achtien, negentien
A
siebenzehn, achtzehn, negenzehn
B
siebzehn, achtzehn, neunzehn
C
siebenzehn, achtzehn, neunzehn

Slide 4 - Quizvraag

Schrijf het getal voluit in het Duits.

356

Slide 5 - Open vraag

Schrijf het getal voluit in het Duits.

99

Slide 6 - Open vraag

Schrijf het getal voluit in het Duits.

487

Slide 7 - Open vraag

Sleep de juiste getallen bij elkaar
dreißig
tausend
null
vierzig
eine Million
hundert
fünfzig
sechzig
30
1000
0
100
40
1.000.000
50
60

Slide 8 - Sleepvraag

Slide 9 - Tekstslide

Abend
A
der
B
die
C
das

Slide 10 - Quizvraag

Kleidung
A
der
B
die
C
das

Slide 11 - Quizvraag

Freitag
A
der
B
die
C
das

Slide 12 - Quizvraag

Geschwister
A
der
B
die
C
das

Slide 13 - Quizvraag

T-Shirt
A
der
B
die
C
das

Slide 14 - Quizvraag

Schönheit
A
der
B
die
C
das

Slide 15 - Quizvraag

Mädchen
A
der
B
die
C
das

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Door welk persoonlijk voornaamwoord vervang je de uitgelichte woorden?

PETER ist ein bisschen schüchtern.
A
er
B
sie
C
es

Slide 18 - Quizvraag

Door welk persoonlijk voornaamwoord vervang je de uitgelichte woorden?

DAS T-SHIRT ist zu groß.
A
er
B
sie
C
es

Slide 19 - Quizvraag

Door welk persoonlijk voornaamwoord vervang je de uitgelichte woorden?

DIE PARTY ist morgen um 20 Uhr.
A
er
B
sie
C
es

Slide 20 - Quizvraag

Door welk persoonlijk voornaamwoord vervang je de uitgelichte woorden?

JILL UND TIM sind fertig mit den Hausaufgaben.
A
er
B
sie
C
es

Slide 21 - Quizvraag

Schwache Verben

Slide 22 - Tekstslide

Stap 1 - Stam maken:
Hoe maak je de stam van een werkwoord?
A
Hele werkwoord - en
B
Hele werkwoord + en
C
Stam - en
D
Stam + en

Slide 23 - Quizvraag

Stap 2 uitgang achter de stam: Welke uitgang hoort bij welk persoonlijk voornaamwoord? Sleep de blauwe vakjes naar de rode.
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie
st
t
en
t
en
e

Slide 24 - Sleepvraag

Uitzonderingen
Pers. vnw
basisregel
s-klank
stam op   -d of -t 
ich
e
e
e
du
st
t
st
er/sie/es
t
t
t
wir
en
en
en
ihr
t
t
t
sie/Sie
en
en
en

Slide 25 - Tekstslide

Zwakke werkwoorden
Kies de juiste vorm van het werkwoord in:
spielen wir ...
A
spiele
B
spielst
C
spielt
D
spielen

Slide 26 - Quizvraag

Zwakke werkwoorden
Kies de juiste vorm van het werkwoord in:
warten du ...
A
warte
B
wartest
C
wartet
D
warten

Slide 27 - Quizvraag

Zwakke werkwoorden
Kies de juiste vorm van het werkwoord in:
reisen Sie ...
A
reise
B
reist
C
reisen

Slide 28 - Quizvraag

Zwakke werkwoorden
Kies de juiste vorm van het werkwoord in:
machen ich ...
A
mache
B
machst
C
macht
D
machen

Slide 29 - Quizvraag

(finden)
Wie ... du das T-Shirt?

Slide 30 - Open vraag

(kosten)
Wie viel ... diese Kette?

Slide 31 - Open vraag

(warten)
Wir ... in der Sportabteilung.

Slide 32 - Open vraag

Zwakke werkwoorden
Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
wohnen ich ...

Slide 33 - Open vraag

Zwakke werkwoorden
Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
arbeiten er ...

Slide 34 - Open vraag

Zwakke werkwoorden
Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
reden ihr ...

Slide 35 - Open vraag