Totale massa links van de pijl = Totale massa rechts van de pijl
Reacties hebben een vaste massaverhouding
Slide 7 - Tekstslide
Er is géén wet behoud van mollen
Massa aan beide kanten van de reactie is altijd hetzelfde
Maar de chemische hoeveelheid is vaak juist niet hetzelfde
6 + 6 --> 1 + 6
Slide 8 - Tekstslide
4 gram natrium reageert met chloor tot 10 g Natriumchloride
Hoeveel gram chloor heeft gereageerd?
A
10 gram
B
4 gram
C
6 gram
Slide 9 - Quizvraag
4 gram natrium reageert met 6 gram chloor tot 10 g Natriumchloride
Wat is de massaverhouding van deze reactie?
A
4:6:10
B
2:3:5
C
4:6
Slide 10 - Quizvraag
Reactanten zijn meestal niet in precies de massaverhouding aanwezig
Slide 11 - Tekstslide
Overmaat en Ondermaat
Slide 12 - Tekstslide
Overmaat en Ondermaat
in overmaat = stof die na reactie overblijft
in ondermaat = stof die als eerste opraakt
De stof in ondermaat bepaalt hoeveel reactieproducten er kunnen ontstaan.
Slide 13 - Tekstslide
IJzer en zwavel reageert met elkaar tot ijzersulfide in de massaverhouding 7:4:11. We laten 16 gram ijzer reageren met 8 gram zwavel. Hoeveel gram ijzersulfide ontstaat er?
A
22 gram
B
24 gram
C
25,14 gram
Slide 14 - Quizvraag
IJzer en zwavel reageert met elkaar tot ijzersulfide in de massaverhouding 7:4:11. We laten 16 gram ijzer reageren met 8 gram zwavel. Hoeveel ijzer blijft er over?