Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Nieuw Nederlands H1 Spelling: hoofdletters, leestekens en verkleinwoorden
H1: Spelling
Wat gaan we vandaag leren/doen?
Uitleg
hoofdletters
, l
eestekens en verkleinwoorden.
Houd je schrift bij de hand om belangrijke punten op te schrijven.
1 / 19
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
19 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
H1: Spelling
Wat gaan we vandaag leren/doen?
Uitleg
hoofdletters
, l
eestekens en verkleinwoorden.
Houd je schrift bij de hand om belangrijke punten op te schrijven.
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Hoofdletters
Gebruik hoofdletters:
Aan het begin van een zin.
Bij namen.
Bij topografische namen, dus namen van steden, provincies, landen, rivieren, etc.
Slide 3 - Tekstslide
Hoofdletters
Let op!
Het is
A. F. Th van der Heijden
, maar ook meneer
Van der Heijden.
Wat is het verschil?
Slide 4 - Tekstslide
Hoofdletters
Geen hoofdletters:
1. dagen: maandag, dinsdag...
2. maanden: oktober, november...
3. seizoenen: herfst, winter....
4. windstreken: noorden, oosten...
Slide 5 - Tekstslide
Hoofdletter of niet?
A
ommen
B
Ommen
Slide 6 - Quizvraag
Hoofdletter of niet?
A
naardermeer
B
Naardermeer
Slide 7 - Quizvraag
Hoofdletter of niet?
A
januari
B
Januari
Slide 8 - Quizvraag
Hoofdletter of niet?
A
titanic
B
Titanic
Slide 9 - Quizvraag
Hoofdletter of niet?
A
intertoys
B
Intertoys
Slide 10 - Quizvraag
Hoofdletter of niet?
A
zuid-Holland
B
Zuid-Holland
Slide 11 - Quizvraag
Hoofdletter of niet?
A
mevrouw Van der Vaart
B
mevrouw van der Vaart
C
Mevrouw Van Der Vaart
Slide 12 - Quizvraag
Hoofdletter of niet?
A
J. Van der Plas
B
J. Van Der Plas
C
J. van der Plas
Slide 13 - Quizvraag
Leestekens
Je kunt een zin op drie manieren eindigen:
1. met een
punt: .
2. met een
vraagteken: ?
3. met een
uitroepteken: !
Slide 14 - Tekstslide
Voeg hoofdletters en leestekens toe:
de oekraïnse woont nu in amerika
Slide 15 - Open vraag
Voeg hoofdletter en leestekens toe:
ze kwam op haar idee doordat ze met eigen ogen de ramp in de kerncentrale van tsjernobyl had gezien
Slide 16 - Open vraag
Verkleinwoorden
Zelfstandig naamwoorden kun je verkleinen.
je hebt keuze uit de achtervoegsels:
-je, -kje, -pje, -tje, -etje
Je maakt verkleinwoorden door: zelfstandig naamwoord + achtervoegsel (-je, -kje, -pje, -tje, -etje)
broertje, zusje, huisje, hondje, etc.
Slide 17 - Tekstslide
Verkleinwoorden
Let op!
pyjam
a
-> pyjam
aatje
caf
é
-> caf
eetje
aut
o
-> aut
ootje
parapl
u
-> parapl
uutje
tost
i
-> tost
ietje
bab
y
-> baby
'tje
Slide 18 - Tekstslide
Aan de slag!
Maak de opdrachten in de planning van Nieuw Nederlands online. Succes!
Slide 19 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
1A - 29 september 2020 - Spelling
September 2020
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
GYM 1 - Maandag 23-9 1C
September 2019
- Les met
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
spelling: hoofdletters, leestekens en verkleinwoorden
September 2021
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Brugklas 15 januari
Januari 2021
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Herhaling spelling
Januari 2023
- Les met
48 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Verkleinwoorden
December 2023
- Les met
28 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Spelling - verkleinwoorden
September 2024
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
Verkleinwoorden
Januari 2024
- Les met
12 slides
Taal
Basisschool
Groep 5