In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Welkom
Tas van tafel
Laptop + notitiespullen pakken
e
Slide 1 - Tekstslide
Tomaten die rijp worden veranderen van kleur. Ze veranderen van groen naar uiteindelijk rood (T1)
A
Chloroplasten veranderen in leukoplasten
B
Chloroplasten veranderen in chromoplasten
C
Chromoplasten veranderen in leukoplasten
D
Chromoplasten veranderen in chloroplasten
Slide 2 - Quizvraag
Een stamcel die eenmaal gedifferentieerd is kan weer een stamcel worden (T1)
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quizvraag
Leerdoel
Ik ken de verschillende onderdelen van een dierlijke cel
Slide 4 - Tekstslide
Welke binas tabel gaat over dierlijke cellen?
Slide 5 - Open vraag
Welk celorganel hoort er bij een dierlijke cel?
WEL
NIET
Mitochondrium
Celkern
Chloroplast
Endoplasmatisch reticulum
Vacuole
Golgi-systeem
Slide 6 - Sleepvraag
Leerdoel
Ik ken de functies van de celkern, ribosomen en het endoplasmatisch reticulum
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Wat zit er in de celkern? (R)
Slide 9 - Open vraag
Wat is de functie van dat DNA? (R)
Slide 10 - Open vraag
Kan DNA de celkern verlaten? (R)
A
Ja
B
Nee
Slide 11 - Quizvraag
Conclusie
- De celkern bevat DNA
- DNA bevat de informatie dat alles in de cel regelt en aanstuurt
- DNA zelf kan de celkern nooit verlaten
- Wat gebeurt er dan wel?
Slide 12 - Tekstslide
DNA in de praktijk
1. DNA kan worden afgelezen en worden gekopieerd. Deze kopie heet RNA
2. RNA kan de celkern wel uit via poriën in de celkernmembraan
3. RNA kan buiten de celkern worden afgelezen, hierbij worden eiwitten gevormd
4. Eiwitten zetten vervolgens allerlei processen in de cel op gang
Slide 13 - Tekstslide
Ribosomen
RNA (kopie van DNA) wordt afgelezen in ribosomen Hierbij worden eiwitten gevormd
Slide 14 - Tekstslide
Het ruw endoplasmatisch reticulum (RER)
Deelt poriën met de celkern (en ligt er dus deels omheen)
Bevat ribosomen
Transporteert eiwitten naar de rest van de cel
Elke cel bevat er slechts één
Slide 15 - Tekstslide
Het glad endoplasmatisch reticulum (GER)
Speelt rol bij stofwisseling, afbraak van gifstoffen en opbouw van vetten (celmembraan)
Bevat géén ribosomen
Elke cel bevat er slechts één, grootte afhankelijk van celtype
Slide 16 - Tekstslide
Wat is het grote verschil tussen de RER en de GER? (T1)
Slide 17 - Open vraag
Bij de vorming van eiwitten gebaseerd op de DNA-code spelen drie celorganellen een rol. Noem ze alle drie. (T1)
Slide 18 - Open vraag
Beredeneer of de cellen in de lever een relatief grote of juist kleine ger hebben. Verklaar je antwoord.
Slide 19 - Open vraag
Huiswerkopdracht
Neem de tabel over en vul deze in met de celorganellen die we besproken hebben tot nu toe. Zorg dat je meer kan toevoegen. Deze tabel kun je gebruiken bij het leren voor de toets.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.