Maaike zegt: ‘Vorig jaar ging ik met mijn ouders bij mijn oom op bezoek in New York. Op het vliegveld moesten we onze paspoorten laten zien, onze tassen werden doorzocht en we moesten zelfs onze schoenen uittrekken.’
Mustafa zegt: ‘Als je met de boot van Denemarken naar Zweden gaat, mag je bij aankomst in de haven zo de veerboot afrijden, zonder dat je paspoort wordt gecontroleerd.’
Maaike-> gesloten/harde grens 1P
Mustafa->open/zachte grens 1P
Examen bundel blz. 21
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3
In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.
Onderdelen in deze les
Vraag 1. Welke soorten grenzen benoemen ze hier?
Schrijf het zo op:
Maaike ->
Mustafa->
Maaike zegt: ‘Vorig jaar ging ik met mijn ouders bij mijn oom op bezoek in New York. Op het vliegveld moesten we onze paspoorten laten zien, onze tassen werden doorzocht en we moesten zelfs onze schoenen uittrekken.’
Mustafa zegt: ‘Als je met de boot van Denemarken naar Zweden gaat, mag je bij aankomst in de haven zo de veerboot afrijden, zonder dat je paspoort wordt gecontroleerd.’
Maaike-> gesloten/harde grens 1P
Mustafa->open/zachte grens 1P
Examen bundel blz. 21
Slide 1 - Tekstslide
Vraag 2. Geef een voorbeeld van een kunstmatige grens die ook natuurlijk is.
Een berg of rivier 1P
of
Een berg of rivier waar ook een landsgrens (kunstmatig) loopt 2P
Close-up aerial photo of Zambezi River at the junction of Namibia, Zambia, Zimbabwe and Botswana
Slide 2 - Tekstslide
Vraag 3. Welke soort groepsidentiteit past
het best bij deze kaart?
Kies uit: lokale – regionale – nationale.
Mustafa zegt: ‘Als je met de boot van Denemarken naar Zweden gaat, mag je bij aankomst in de haven zo de veerboot afrijden, zonder dat je paspoort wordt gecontroleerd.’
streektalen en dialecten
Geef een argument voor jouw antwoord
Regionale identiteit 1P
Slide 3 - Tekstslide
Vraag 4. In het Verenigd Koninkrijk bepalen de bestuurders welke wetten en regels daar gelden; andere landen hebben daar niets over te zeggen.
Welk begrip hoort er bij deze uitspraak?
Soeverein of Soevereiniteit 1P
Slide 4 - Tekstslide
Vraag 5. Uit welke landen bestaat het
Koninkrijk der Nederlanden?
Schrijf er 4 op.
Nederland
Aruba
Curacao
Sint Maarten
1P
Slide 5 - Tekstslide
Vraag 6. Stel dat er een plan is om
tussen Den Haag en Rotterdam
een nieuwe tweede spoorlijn
aan te leggen.
Welke bestuurlijke regio neemt hierover de beslissing? Kies uit:
nationaal - provinciaal - gemeentelijk bestuur
Provinciaal bestuur 1P
Slide 6 - Tekstslide
Vraag 7. De grenzen tussen Nederland, België en Duitsland zijn steeds meer open geworden. Dit heeft voordelen, maar ook nadelen. Noem een nadeel voor Nederlandse exportbedrijven.
Er zijn meer concurrenten, dus moet de prijs omlaag. Of er zijn meer concurrenten dus zijn er minder afnemers van een product.
Meer concurrentie
of
Lagere prijzen 1P
Slide 7 - Tekstslide
Vraag 8. Er zijn steeds meer plaatsen in Nederland met een politieke partij met de naam Plaatselijk belang of Gemeentebelang.
→ Waarvan is dit soort partijen een voorbeeld?
A van lokalisme
B van nationalisme
C van regionalisme
A. LOKALISME 1P
Slide 8 - Tekstslide
Vraag 9. Een visser uit het Verenigd Koninkrijk vist met zijn schip op ongeveer 25 zeemijl uit de Nederlandse kust. Welke stelling is juist?
Stelling 1: Deze visser mag daar niet vissen, omdat hij in Nederlands territorium is.
Stelling 2: Deze visser mag daar wel vissen, omdat hij buiten de Nederlandse territoriale wateren is.
Stelling 2: hij mag daar wel vissen, hij is buiten territoriale wateren
1P
Slide 9 - Tekstslide
Vraag 10. Welk samenwerkingsverband vergemakkelijkt deze pendelstromen?
Eurerio's 1P
Slide 10 - Tekstslide
Vraag 11. Lees de volgende stellingen. Zijn deze juist of onjuist?
Stelling 1: Gesloten grenzen leiden tot concurrentie op de arbeidsmarkt.
Stelling 2: Om drugshandel in grensgebieden tegen te gaan, zijn open grenzen noodzakelijk.