Thema 1 H2 Opdracht 7 t/m 11

Vak: Taalvaardigheid
Hoofdstuk: 2 grammatica   
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vak: Taalvaardigheid
Hoofdstuk: 2 grammatica   
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
Pak je boek van taalvaardigheid op tafel. Laat deze nog even dicht op tafel liggen.



Slide 2 - Tekstslide

2. Lesdoel
Aan het eind van deze les:
- weet je wat de lidwoorden zijn
- weet je wat een zelfstandig naamwoord is
- weet je wat het bijvoeglijk naamwoord is
- weet je wat een werkwoord is
- weet je wat voorzetsels zijn
- weet je hoe je stoffelijk bijvoeglijke naamwoorden schrijft



Slide 3 - Tekstslide

3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.
Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 3 op blz. 36 t/m 41.
Angelo, Daan

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Lars

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
Jules, Philip

Slide 4 - Tekstslide

Mini-check
Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Slide 5 - Tekstslide

Noteer de 3 lidwoorden die we kennen in de Nederlandse taal.

Slide 6 - Open vraag

Waar zegt een bijvoeglijk naamwoord iets over?

Slide 7 - Open vraag

Hoeveel voorzetsels telt de zin:
In de kast op de plank staat naast het melkkannetje het suikerpotje
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 8 - Quizvraag

Een bijvoeglijk naamwoord staat altijd tussen het lidwoord en het zelfstandig naamwoord.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Wie maakt wat
Had je alle vragen goed, dan mag je zelfstandig aan het werk. Je maakt opdracht 7 t/m 11 op blz. 28 t/m 35.

De rest doet mee met de instructie

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Lars, Daan jullie maken zelfstandig opdracht 7 t/m 11 op blz. 28 t/m 35

Wie heeft nog extra instructie nodig (intensief)? Jules, Philip of had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 8 (1 t/m 10) en 10 (a t/m d).

Slide 16 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Je maakt nu zelfstandig opdracht 7 t/m 11 op blz. 28 t/m 35.


Ben je klaar?
Dan kijk je de opdracht na.
Daarna ga je naar studiemeter: thema 1, spelling & grammatica, woordsoorten toepassen (+ hoofdletters/leestekens afmaken). 
Helemaal klaar? Dan ga je in stilte lezen
timer
1:00

Slide 17 - Tekstslide

7. Evaluatie 
Hoe ging de les?
Zijn er nog dingen die je lastig vindt?

- weet je wat de lidwoorden zijn?
- weet je wat een zelfstandig naamwoord is?
- weet je wat het bijvoeglijk naamwoord is?
- weet je wat een werkwoord is?
- weet je wat voorzetsels zijn?
- weet je hoe je stoffelijk bijvoeglijke naamwoorden schrijft?
                       

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk: 
Woensdag 6 maart
H2 opdracht 7 t/m 11


Toetsen: 
Geen



Slide 19 - Tekstslide