kt1 8.3

Programma

Leerdoelen


Aan de slag

Afsluiten


Programma     15 maart
  • Start
  • Lesdoelen
  • Terugblik
  • Uitleg 
  • Aan de slag 
  • Afsluitend spel
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Programma

Leerdoelen


Aan de slag

Afsluiten


Programma     15 maart
  • Start
  • Lesdoelen
  • Terugblik
  • Uitleg 
  • Aan de slag 
  • Afsluitend spel

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

Aan het eind van deze les ..


.. weet je hoe je een opgave netjes kunt uitwerken.

.. kun je met negatieve getallen rekenen (+ en -).





Slide 2 - Tekstslide

Terugblik 8.2

-5+-1=
10+-5=


+ - = -
+ - is hetzelfde als - 

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik

-5+-1=-5-1=
10+-5=


+ - = -
+ - is hetzelfde als - 

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik

-5+-1=-5-1=-6
10+-5=


+ - = -
+ - is hetzelfde als - 

Slide 5 - Tekstslide

Terugblik

-5+-1=-5-1=-6
10+-5=10-5=


+ - = -
+ - is hetzelfde als - 

Slide 6 - Tekstslide

Terugblik

-5+-1=-5-1=-6
10+-5=10-5=5


+ - = -
+ - is hetzelfde als - 

Slide 7 - Tekstslide

Bereken. Schrijf de tussenstap op!
-7+-8=

Slide 8 - Open vraag

Vragen over 15 t/m 24?

Slide 9 - Woordweb

Uitleg 8.3

-7--7=
-5--22=

- - = +
- - is hetzelfde als + 
+ - is hetzelfde als - 

Slide 10 - Tekstslide

Uitleg 8.3

-7--7=-7+7=
-5--22=

- - = +
- - is hetzelfde als + 
+ - is hetzelfde als - 

Slide 11 - Tekstslide

Uitleg 8.3

-7--7=-7+7=0
-5--22=

- - = +
- - is hetzelfde als + 
+ - is hetzelfde als - 

Slide 12 - Tekstslide

Uitleg 8.3

-7--7=-7+7=0
-5--22=-5+22

- - = +
- - is hetzelfde als + 
+ - is hetzelfde als - 

Slide 13 - Tekstslide

Uitleg 8.3

-7--7=-7+7=0
-5--22=-5+22=17

- - = +
- - is hetzelfde als + 
+ - is hetzelfde als - 

Slide 14 - Tekstslide

Bereken. Noteer de tussenstap.
-9--2 =

Slide 15 - Open vraag

Aan de slag

Maak 

18,20,21,24,25

Let op je notatie! Neem de opgave over.

Kijk je werk na en verbeter zo nodig!


Klaar?

Maak extra oefening 1 t/m 7


Leer

Aantekeningen 8.1 t/m 8.3












timer
15:00

Slide 16 - Tekstslide

Afsluiting

Beantwoord de volgende drie vragen!

Slide 17 - Tekstslide

3 dingen die je tijdens de les geleerd hebt

Slide 18 - Open vraag

2 vragen die je nog wilt stellen

Slide 19 - Open vraag

1 ding die je mij als docent wil meegeven

Slide 20 - Open vraag

Afsluitend kaartspel

Rode kaarten (harten en ruiten)  --> negatieve getallen.
Zwarte kaarten (schoppen en klaver) --> positieve getallen.

  • Elke speler krijgt 3 kaarten.
  • De overige kaarten komen in het midden verdeeld over 2 stappels (één met nummers naar boven en de andere   nummers naar benenden).
  • Speel om beurten. De eerste speler telt zijn cijfers bij elkaar op, pakt een kaart van een van beide stapels en legt ten   slote een kaart van zichzelf met het nummer naar boven weg. 
  • Heeft een speler drie kaarten waarvan de optelling 0 is, dan wint hij een slag en legt deze apart en pakt drie nieuwe   kaarten.
  • Het spel is afgelopen als beide stapels op zijn of de tijd op is. Wie de meeste slagen heeft, is de winnaar!







Slide 21 - Tekstslide


Theorie uit voorgaande lessen.

Slide 22 - Tekstslide

Volgorde bij berekeningen
Stappenplan
  1. Haakjes
  2. Machten (dus ook kwadraten en wortels)
  3. Vermenigvuldigen en Delen (v.l.n.r)
  4. Optellen en Aftrekken (v.l.n.r)

Help Mij Van Die Onvoldoendes Af!

Slide 23 - Tekstslide

Positieve en negatieve getallen
Getallen boven de 0 heten positieve getallen (+)

Getallen onder de 0 heten negatieve getallen (-)

Het getal 0 is niet positief en niet negatief, maar neutraal.

Slide 24 - Tekstslide

Groter dan  >       
Kleiner dan  <
7 > 6 Lees je als "7 is groter dan 6"
2 < 3 Lees je als "2 is kleiner dan 3"

> betekent dus "is groter dan"
< betekent dus "is kleiner dan"

Ezelsbruggetje: 
De opening van < en > staat altijd aan de kant van het grootste getal.

Slide 25 - Tekstslide

Tegengestelde getallen
Tegengestelde getallen liggen op de getallenlijn even ver van 0.
Bijvoorbeeld -4 en 4. 

Opgeteld zijn deze getallen altijd 0.
-4 en 4 zijn elkaars tegengestelden, want -4+4=0.







Slide 26 - Tekstslide