6 feb: lezen + les 27

Welkom havo 1A!

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Welkom havo 1A!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op tafel:
- leesboek 
- laptop dicht
- map
- pen
Welkom havo 1A
timer
3:30
Ga zitten volgens de plattegrond. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag beginnen we met lezen
Pak je leesboek erbij!

Geen leesboek bij je? 
Schrijf 50x op: 

"Wat jammer dat ik m'n leesboek niet bij me heb. Volgende keer neem ik het wel mee!"

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag dinsdag 6 februari: 
Lezen: al gedaan

Huiswerk les 21 nakijken.
Uitleg les 27

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet een krul of verbeter je antwoorden.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet een krul of verbeter je antwoorden.
Klaar met nakijken? 
Open je laptop en log in op LessonUp

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 27: persoonsvorm
Jullie weten al hoe je de persoonsvorm en het onderwerp vinden.
Nu oefenen we met de tegenwoordige en de verleden tijd.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd:
De bever (verschansen) zich in zijn burcht.
timer
0:25

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd:
Je (vergissen) je al gauw in de spelling van de persoonsvorm.
timer
0:25

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd:
Men (respecteren) zichzelf en de ander, waardoor een prettige relatie ontstaat.
timer
0:25

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd:
De Verenigde Naties (oproepen) tot 'olympische vrede'.
timer
0:25

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Persoonsvorm verleden tijd
Om de persoonsvorm in de verleden tijd goed te schrijven, moet je eerst weten of het werkwoord zwak of sterk is.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe weet je of een werkwoord sterk of zwak is?
timer
0:45

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je weet of het werkwoord zwak is, kun je kijken naar de regel van: 't Kofschip X 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de regel van 't Kofschip X?
timer
0:45

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De regel van 't Kofschip X
  • Haal -en weg bij het hele werkwoord. Je kijkt naar de laatste letter (of klank) die overblijft
  • Staat deze letter tussen 't kofschip X > schrijf dan een -t
  • Staat deze letter niet tussen 't kofschip X > schrijf dan een -d

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De regel van 't Kofschip X
  • Haal -en weg bij het hele werkwoord. Je kijkt naar de laatste letter (of klank) die overblijft
  • Staat deze letter tussen 't kofschip X > schrijf dan een -t
  • Staat deze letter niet tussen 't kofschip X > schrijf dan een -d

Voorbeeld: Gisteren (fietsen) ik naar school 
-en = fiets. S zit in 't kofschip X > dus 't' 
Gisteren fietste ik naar school.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De regel van 't Kofschip X
  • Haal -en weg bij het hele werkwoord. Je kijkt naar de laatste letter (of klank) die overblijft
  • Staat deze letter tussen 't kofschip X > schrijf dan een -t
  • Staat deze letter niet tussen 't kofschip X > schrijf dan een -d

Voorbeeld: Toen ik klein was, (schilderen) ik alleen huisjes.  
-en = schilder. R zit niet in 't kofschip X > dus 'd'
Toen ik klein was, schilderde ik alleen huisjes. 

Slide 18 - Tekstslide

tot hier
Schrijf de persoonsvorm in de verleden tijd:
Jij (vertellen) mij toch dat je erg van boekhouden houdt?
timer
0:25

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de persoonsvorm in de verleden tijd:
De meisjes (kletsen) toch wat af gedurende wiskunde.
timer
0:25

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de persoonsvorm in de verleden tijd:
Volgens mij (missen) je vrienden jou niet echt tijdens hun schooluitje.
timer
0:25

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de persoonsvorm in de verleden tijd:
(spreken) werken bij een bank jou nou niet aan?
timer
0:25

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer in elke zin de juiste vorm van de persoonsvorm verleden tijd.
In het voorjaar ...... (fluiten) de merel zijn prachtigste lied.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer in elke zin de juiste vorm van de persoonsvorm verleden tijd.
Een roofvogel ..... (gaan) er met de eieren van de grutto vandoor.

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer in elke zin de juiste vorm van de persoonsvorm verleden tijd.
De meeste broedvogels ..... (trekken) in het najaar naar het zuiden.

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer in elke zin de juiste vorm van de persoonsvorm verleden tijd.
Eerlijk gezegd ....... (vinden) Erik zijn nieuwe game best saai.

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer in elke zin de juiste vorm van de persoonsvorm verleden tijd.
Veel leerlingen ...... (denken) dat Nederlands een saai vak zou zijn.

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer in elke zin de juiste vorm van de persoonsvorm verleden tijd.
Maar gelukkig ....... (vallen) dat heel erg mee.

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer in elke zin de juiste vorm van de persoonsvorm verleden tijd.
In het weekend ...... (slapen) ik tot 11 uur.

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer in elke zin de juiste vorm van de persoonsvorm verleden tijd.
Op het feestje van Mo ....... (blijven) we lang zitten.

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer in elke zin de juiste vorm van de persoonsvorm verleden tijd.
Ik ...... (doen) erg mijn best om er goed uit te zien.

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk (voor donderdag)
Les 27, opdracht 5, 6 en 7. 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies