Meervoud

Wat gaan we doen?
Deel 1: vergelijken met als/dan (uitleg en oefenen)
Deel 2: meervouden (uitleg en oefenen)
Deel 3: zelf aan de slag
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
Deel 1: vergelijken met als/dan (uitleg en oefenen)
Deel 2: meervouden (uitleg en oefenen)
Deel 3: zelf aan de slag

Slide 1 - Tekstslide

Als/dan (vergelijken) en meervouden

Aan het einde van de les:

..weet je wanneer je 'als' gebruikt in een zin en wanneer je 'dan' gebruikt in een zin..
..weet je wanneer een meervoud eindigt op -s, -'s of -en..

Slide 2 - Tekstslide

Deel 1: als en dan
Wanneer gebruik je als in een zin?
Wanneer gebruik je dan in een zin?

Slide 3 - Tekstslide

Weet jij wanneer je 'als' en wanneer je 'dan' moet gebruiken?
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

Als
Als gebruik je na een gelijkheid:

Morgen is het even warm ALS vandaag.
Rekenen is net zo leuk ALS taal.


Slide 5 - Tekstslide

Dan
Dan gebruik je na een ongelijkheid:

Hij is slimmer DAN ik ben.
Grammatica is leuker DAN spelling.

Slide 6 - Tekstslide

We eten vandaag hetzelfde ... gisteren.
A
Dan
B
Als

Slide 7 - Quizvraag

Ik ben even groot ... Lars.
A
Als
B
Dan

Slide 8 - Quizvraag

Hij is liever ... Marlou.
A
Als
B
Dan

Slide 9 - Quizvraag

Als en dan in het klaslokaal
Wanneer gebruik je als?
Wanneer gebruik je dan?

Slide 10 - Tekstslide

Deel 2: meervouden
Meervoud op -s
Meervoud op -en
Meervoud op -'s
Meervoud met trema 

Slide 11 - Tekstslide

Meervouden

Slide 12 - Woordweb

Slide 13 - Video

Woorden met 2 meervouden
Gemeenten - Gemeentes
Hazelaars - Hazelaren
Kandelaars - Kandelaren
Ooievaars - Ooievaren 

Slide 14 - Tekstslide

Klemtoon op ie/ee
Schrijf -ën als klemtoon op ie/ee valt.
Schrijf -n en trema op e als klemtoon niet op ie/ee valt.

Klemtoon op ie/ee: feeën -genieën
Klemtoon niet op ie/ee: bacteriën - poriën

Slide 15 - Tekstslide

Één medeklinker in meervoud
Kievit - Kieviten
Monnik - Monniken
Perzik - Perziken 
Havik- Haviken
Viezerik - Viezeriken

Klemtoon ligt niet op de laatste lettergreep. 

Slide 16 - Tekstslide

Klassieke achtergrond 

Crises (Grieks)- Crisissen
Data (Latijns) - Datums 
Doses - Dosissen
Musea - Museums 

Slide 17 - Tekstslide

Woorden uit het Grieks
Fotograaf - Fotografen
Geograaf - Geografen 
Filosoof - Filosofen

Maar waarom wordt brief dan brieven? 



Slide 18 - Tekstslide

Wat is het meervoud van bacterie?
A
Bacteriën
B
Bacterieën

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het meervoud van collega?
A
Collegas
B
Collega's
C
Collegaen

Slide 20 - Quizvraag

Wat is het meervoud van echo?
A
Echos
B
Echo's
C
Echoën

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het meervoud van idee?
A
Idees
B
Ideeën
C
Idee's

Slide 22 - Quizvraag

Wat is het meervoud van oma?
A
Omas
B
Oma's
C
Omaën

Slide 23 - Quizvraag

Wat is het meervoud van café?
A
Cafés
B
Café's
C
Caféën

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het meervoud van asperge?
A
Asperges
B
Aspergen
C
Asperges's
D
Aspergiën

Slide 25 - Quizvraag

Wat is het meervoud van huis?
A
Huisen
B
Huizen
C
Huis's

Slide 26 - Quizvraag

Aan de slag!
Nu Nederlands - Meervouden


Slide 27 - Tekstslide

Weet jij hoe meervouden worden geschreven?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

Wat heb jij geleerd over meervouden?

Slide 29 - Open vraag