H4 - zakelijke brief

Bedenk bij de volgende stelling ''Gedetineerden moeten betalen voor hun eigen verblijf'' een
- Argument
- tegenargument en weerlegging


1 / 38
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bedenk bij de volgende stelling ''Gedetineerden moeten betalen voor hun eigen verblijf'' een
- Argument
- tegenargument en weerlegging


Slide 1 - Open vraag

H4 - zakelijke brief

Slide 2 - Tekstslide

DE ZAKELIJKE BRIEF
Klachtenbrief
Sollicitatiebrief
Motivatiebrief
Informatieve brief

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een geschikte aanhef voor een zakelijke brief?

Slide 4 - Open vraag

Wat is een geschikte slotgroet voor een zakelijke brief?

Slide 5 - Open vraag

Volgorde zakelijke brief
Afzender
Plaats en datum
Geadresseerde
Betreft
Aanhef
Inleiding
Kern
Slot
Afsluiting
Bijlagen

Slide 6 - Sleepvraag

Slide 7 - Tekstslide

Klachtenbrief
Doel: overtuigen
Toon: blijf beleefd; voorkom harde beschuldigingen; confronteer de lezer niet te veel met zijn fout; plaats de oplossing centraal; gebruik weinig negatieve woorden; ga niet schelden; gepaste verontwaardiging heeft in de meeste gevallen meer effect.

Slide 8 - Tekstslide

Klachtenbrief
Inhoud:
- alinea 1: aanleiding voor de klacht; beschrijving van de klacht 
- alinea 2: oorzaak van de klacht; wat er aan vooraf is gegaan 
- alinea 3: gewenste maatregelen; gewenste (reactie)termijn  
- bijlagen: kopieën van aankoopbonnen, vorig contact etc. 

Heb je meerdere klachten? Kies een logische indeling! 

Slide 9 - Tekstslide

Oefenen!
Maak aantekeningen van de gegevens. Die heb je nodig voor je klachtenbrief.


https://www.youtube.com/watch?v=H3LawQoGmAs&ab_channel=BOOS

Slide 10 - Tekstslide

Schrijf de klachtenbrief
Gebruik de gegevens van het filmpje.
Richt je tot de rector van de school. Gegevens:

     Het Amersfoortse Lyceum
     Bravastraat 18
     5077 AD, Amersfoort

Zie ook blz. 50 en 51 in je vakboek.    Volgende les geprint meenemen!


Slide 11 - Tekstslide

Volgende les:
Elkaars brieven beoordelen m.b.v. de rubrics.
Neem je eigen brief geprint mee naar de les!

Slide 12 - Tekstslide

AUB

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Waar staat AUB voor?

Slide 15 - Open vraag

Hoe maak je een sterk argument.
A = argument maken
U = uitleggen van het argument: leg uit waarom het zo is / leg uit waarom dit goed of slecht is.
B = bijvoorbeeld -> geef een voorbeeld aan dat het argument duidelijker maakt. 

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeeld
Als je AUB gebruikt om een argument voor de stelling

'Schooluniformen moeten worden verplicht'

uit te leggen, ziet dit er zo uit:

Slide 17 - Tekstslide

'Schooluniformen moeten worden verplicht'
Argument: 
Het dragen van schooluniformen zorgt ervoor dat er minder gepest wordt.

Uitleg: 
Vaak wordt iemand gepest, omdat hij er anders uit ziet. Met een schooluniform ziet iedereen er hetzelfde uit en valt die reden weg. Dat is goed, want pesten heeft grote en nare gevolgen.

Bijvoorbeeld: 
Het is bekend dat gepeste kinderen minder gelukkig zijn en soms zelfs depressief. Kijk maar naar het nieuws; sommige gepeste kinderen willen zelfs niet meer leven.

Slide 18 - Tekstslide

Bedenk nu zelf een AUB-argument
voor de stelling:
Gedetineerden moeten zelf betalen voor hun verblijf in de gevangenis.

Slide 19 - Open vraag

Ik vind dat de gemeente een goede manier van afvalscheiding heeft ingevoerd. (standpunt) Afgelopen jaar is daardoor maar liefst 61% meer afval op milieuvriendelijke wijze verwerkt. (argument voor) Daar staat tegenover dat het afvalscheidingssysteem te ingewikkeld is geworden met voor ieder huishouden een groente-, fruit- en tuinafvalcontainer met een groene deksel, een papiercontainer met een blauwe deksel, een plasticcontainer met een oranje deksel, en een textiel-, een glas- en een restafvalcontainer in de buurt. (argument tegen). Uit onderzoeken in andere gemeenten in Brabant die met dit systeem werken, blijkt echter dat burgers heel snel wennen aan deze nieuwe manier van afvalscheiding. (weerlegging)

Slide 20 - Tekstslide

In een betogende tekst wil de schrijver de lezer overtuigen van zijn standpunt. Hij doet dat door argumenten voor zijn standpunt aan te voeren. Een schrijver kan zijn lezer ook overtuigen door mogelijke tegenargumenten te ontkrachten. We noemen het een weerlegging wanneer de schrijver aantoont dat de tegenargumenten niet kloppen.

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht

Bekijk het filmpje op de volgende slide  en noteer welke argumenten voor kernenergie, argumenten tegen kernenergie en welke weerleggingen in het filmpje van Lubach worden  gebruikt.


Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Argumenten voor, tegen en weerlegging

Slide 24 - Open vraag

Stelling: Er moeten meer kerncentrales komen. Werk de AUB uit.

Slide 25 - Open vraag

AUB in je eigen brief
Verwerk in jouw zakelijke brief ten minste twee uitgewerkte AUB-argumenten.

Slide 26 - Tekstslide

Welkom H4b!
Leg op tafel:
leesboek
vakboek
laptop

Slide 27 - Tekstslide

Deze les:
AUB
Argument - Tegenargument - Weerlegging
Werken aan de brief
Lezen in je roman




Slide 28 - Tekstslide

Waar staat AUB voor?

Slide 29 - Open vraag

Bedenk een AUB bij de stelling:

Gedetineerden moeten betalen voor hun eigen verblijf.

Slide 30 - Open vraag

Een tegenargument en een weerlegging worden vaak voorafgegaan door signaalwoorden die een tegenstellend verband aangeven: 

daarentegen, maar, hoewel, echter, toch, ofschoon, ondanks dat, (aan de ene kant …) aan de andere kant, daar staat tegenover dat.

Slide 31 - Tekstslide

Maak je oefenbrief af!
Kijk op blz. 51 van je vakboek voor een voorbeeld.
Zie studiewijzer voor het beoordelingsmodel  - kijk goed wat er in je brief moet staan!

Zorg voor AUB-argumentatie
Inleiding - middenstuk - slot
Let op: drie argumenten, drie alinea’s incl. één tegenargument + weerlegging


Volgende les geprint mee: we gaan elkaars brieven beoordelen!

Slide 32 - Tekstslide

20 minuten lezen

Slide 33 - Tekstslide

1. De opdrachtgever vond dat de groep studenten maar het beste direct aan het werk konden gaan.

Slide 34 - Open vraag

Je mag dit verhaal niet tegen Dalida vertellen.

Slide 35 - Open vraag

Hoewel we de catalogus reeds weken van tevoren al in huis hadden, konden we geen keuze maken uit het enorme aanbod.

Slide 36 - Open vraag

In het scheikundelokaal hing eigenlijk altijd een vieze stank.

Slide 37 - Open vraag

Het meisje wat vandaag ziek was, is nu in de stad met haar vrienden.

Slide 38 - Open vraag