In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 200 min
Onderdelen in deze les
H4 Elektriciteit
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
4.1 Een stroomkring maken
4.1.1 Je kunt uitleggen hoe je een gesloten stroomkring maakt.
4.1.2 Je kunt het verschil tussen geleiders en isolatoren beschrijven.
4.1.3 Je kunt een aantal geleiders en isolatoren noemen.
4.1.4 Je kunt uitleggen op welke manier je de stroomsterkte meet.
4.1.5 Je kunt beschrijven wat een elektrische stroom is.
Slide 3 - Tekstslide
Gesloten stroomkring
Dat lukt alleen als de stroom rond kan stromen: van de batterij naar het lampje, door de gloeidraad van het lampje en weer terug naar de andere kant van de batterij.
Er is dan een gesloten stroomkring.
Als je de stroomkring onderbreekt, gaat het lampje weer uit.
Slide 4 - Tekstslide
Een gesloten stroomkring
Er stroomt stroom door het draadje, dit noemen we lading. Dit gaat altijd rond (stroomkring).
Slide 5 - Tekstslide
Isolator: Stof die een elektrische stroom niet of heel slecht doorlaat.
Geleider: Stof waar een elektrische stroom gemakkelijk doorheen kan lopen.
Isolerende en geleidende stoffen
Slide 6 - Tekstslide
Isolator: Hout, rubber, lucht en kunststof
Geleider: alle metalen, bijvoorbeeld koper, ijzer, aluminium. Sommige metalen geleiden beter
Isolerende en geleidende stoffen
Slide 7 - Tekstslide
Een schakelaar opent en sluit de stroomkring
Slide 8 - Tekstslide
Stroom meten
De stroomsterkte meten we in Ampère (A).
Als de stroomsterkte klein is, gebruiken we milliampère (mA).
1 mA = 0,001 A
1 A = 1000 mA
Slide 9 - Tekstslide
Huiswerk
Opdracht 1 t/m 12, Bladzijde 143 t/m 146.
Slide 10 - Tekstslide
4.2 Spanningsbronnen
Slide 11 - Tekstslide
Lesdoelen
Je kunt uitleggen wat spanning is en hoe je spanning meet.
Je kunt het verschil tussen stroomsterkte en spanning uitleggen.
Je kunt de spanning berekenen als je batterijen in serie schakelt.
Je weet voor welke spanning de meeste huishoudelijke apparaten zijn ontworpen.
Slide 12 - Tekstslide
Wat is spanning?
Slide 13 - Tekstslide
Spanning
Een spanningsbron is nodig in een stroomkring.
Batterijen hebben ieder een eigen spanning.
Slide 14 - Tekstslide
Spanning
Iedere batterij heeft zijn eigen spanning.
Spanning word gemeten in Volt (V)
Slide 15 - Tekstslide
De juiste spanning gebruiken
Een fietslampje heeft vaak 6V nodig.
6V geeft fel licht.
1,5V geeft zwak licht.
12V zorgt ervoor dat het lampje kapot gaat.
Slide 16 - Tekstslide
Stroombron in serie aansluiten
Als je een batterij of accu in serie aansluit. Kan je de spanning bij elkaar optellen.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.