H3.1: Politieke partijen

• Maatschappijkunde
• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 4

H3: politieke partijen

Planning

Start opdracht

Lesdoelen

lezen / instructie

Aan het werk

Bespreken gemaakte werk

Leerdoelen

Aan het eind van deze les kun je:

-Uitleggen wat passief en actief kiesrecht betekent 

- het stelsel van evenredige vertegenwoordiging en het meerderheidsstelsel uitleggen 

- Uitleggen wat politieke partijen doen. 

Actief kiesrecht:

je hebt recht om te stemmen.

Passief kiesrecht: 

Je kunt je verkiesbaar stellen (stem op mij!)

Je mag stemmen voor:

De Provinciale Staten (2023)

Het Europees Parlement (2024)

De Tweede kamer (2025)

Je mag stemmen:

- Als je Nederlander bent en 18 jaar of ouder.

- Als je 5 jaar in Nederland woont en een buitenlands paspoort hebt mag je voor de gemeenteraad stemmen.

Kiesstelsels

De manier waarop verkiezingen worden georganiseerd,

heet het kiesstelsel.

In Nederland is dat het stelsel van evenredige vertegenwoordiging:

het totale aantal uitgebrachte stemmen wordt gedeeld door het aantal zetels.

- Hierdoor veel partijen

- Partijen moeten samenwerken

Meerderheidsstelsel:

de winnaar krijgt alle zetels.

- Partij moet in een gebied de meerderheid halen.

- Vaak maar 2/3 partijen die tegen elkaar strijden.

- Wie de meeste gebieden heeft krijgt alle zetels.

- 1 partij heeft dan de meerderheid in het parlement.

Politieke partijen:

Bestaat uit een groep van mensen met ongeveer dezelfde ideeën 

Verkiezingsprogramma een overzicht van hun standpunten

Een lijsttrekker is de belangrijkste persoon van een politieke partij in verkiezingstijd.

Peilingen:

de voorspellingen van de verkiezingsuitslag op dat moment.

Sommige mensen weten niet op wie ze moeten gaan stemmen.

Dit noem je zwevende kiezers

Wat doen politieke partijen?

• leveren mensen voor politieke functies
• Ze maken hun standpunten bekend 
• Vertegenwoordigen belangen van groepen of organisaties
• Beinvloeden mensen met politieke funcites 

Maken van opdrachten

Wat ga je doen?   opdracht 1 t/m 5

11/14

Hoe ga je dat doen?  Overleg met de persoon naast je

Hulp nodig bij het maken?  Kijk in de tekst blz. 20

Tijd: 15 min

Klaar?  Maak de begrippenlijst + samenvatting