faire

le verbe faire= doen maken
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

le verbe faire= doen maken

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

le verbe 
faire

Slide 3 - Tekstslide

faire- schrijf dit op in jouw schrift!
faire
doen/maken
je fais 
ik doe/maak
tu fais
jij doet/maakt
il/elle/on fait
hij/zij/men doet/maakt
nous faisons
wij doen/maken
vous faites
jullie/u doen/maken
ils/elles font
zij doen/maken

Slide 4 - Tekstslide

faire
  • het werkwoord faire wordt vaak gebruikt om een activiteit aan te geven! 
par exemple:
  • faire du cheval = ?
  • faire du shopping = ?
  • faire du foot = ?

Slide 5 - Tekstslide

FAIRE : Combineer blauw met rood
wij doen
zij doet
jij doet
ik doe
jullie doen
zij doen
nous faisons
je fais
ils font
tu fais
elle fait
vous faites

Slide 6 - Sleepvraag

Vous (faire) du sport
A
faisez
B
fallez
C
faites
D
fêtes

Slide 7 - Quizvraag

nous (faire) du cheval
A
fairons
B
faisons
C
faxons
D
fallons

Slide 8 - Quizvraag

Je (faire) du foot.
A
fais
B
vais
C
fait
D
vas

Slide 9 - Quizvraag

Combine 
Faire du VTT
Faire du ski
Faire de la luge
Faire des balades
Faire du snowboard
Faire du parapente

Slide 10 - Sleepvraag

FAIRE
 AU FUTUR





timer
0:30
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je
allons  faire
vont       faire
vais         faire
allez       faire
vas        faire
va         faire

Slide 11 - Sleepvraag

Les sports | Faire + du / de la / de l' / des
*Bij sporten zonder tegenspeler/bal (individueel)
1.


2.
3.
4.
5.
Faire de l'équitation
Faire de la natation
Faire du ski
Faire du jogging
Faire du vélo

Slide 12 - Sleepvraag

faire du foot
faire du vélo
faire du patinage
faire du tennis
faire de l 'equitation
faire du skateboard

faire du shopping

jouer aux échecs

faire du basket

Slide 13 - Sleepvraag

Rijtje Faire Passé Composé
Frans
Nederlands
J'ai fait
Ik heb gemaakt/ gedaan
Tu as fait
Jij hebt gemaakt/ gedaan
Il/ elle/ on a fait
Hij/ zij/ men heeft gemaakt/ gedaan
Nous avons fait
Wij hebben gemaakt/ gedaan
Vous avez fait
Jullie hebben gemaakt/ gedaan
Ils/ elles ont fait
Zij hebben gemaakt/ gedaan

Slide 14 - Tekstslide

faire - passé composé
ils .......

Slide 15 - Open vraag

vous - faire - passé composé

Slide 16 - Open vraag

(Faire, passé composé) Elles ......................

Slide 17 - Open vraag

Sophia ... (faire, passé composé)

Slide 18 - Open vraag

Je - faire - passé composé

Slide 19 - Open vraag

Faire
timer
0:30

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag
1. 12 pepers behalen uit het keuzemenu
2. Lesson Up maken (zie linkje itslearning)
3. Aan de slag met werkbladen (deadline 7 juni om 16:00)

Slide 21 - Tekstslide