faire

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

le programme
Wat? Herhaling  D à la page 98 + 99
Hoe? Mondeling en schriftelijk
Hulp? Boek  + docent
Tijd? 25 minuten
Uitkomst? Je kent het werkwoord ‘faire’ in de present en passé composé.
Klaar? Slimstampen grammaire D.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is ??
Wat is de présent?
Wat is de passé composé?
Wat is het verschil en wat zijn de regels?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

le verbe 
faire

Slide 5 - Tekstslide

faire- schrijf dit op in jouw schrift!
faire
doen/maken
je fais 
ik doe/maak
tu fais
jij doet/maakt
il/elle/on fait
hij/zij/men doet/maakt
nous faisons
wij doen/maken
vous faites
jullie/u doen/maken
ils/elles font
zij doen/maken

Slide 6 - Tekstslide

faire
  • het werkwoord faire wordt vaak gebruikt om een activiteit aan te geven! 
par exemple:
  • faire du cheval = ?
  • faire du shopping = ?
  • faire du foot = ?

Slide 7 - Tekstslide

FAIRE : Combineer blauw met rood
wij doen
zij doet
jij doet
ik doe
jullie doen
zij doen
nous faisons
je fais
ils font
tu fais
elle fait
vous faites

Slide 8 - Sleepvraag

Vous (faire) du sport
A
faisez
B
fallez
C
faites
D
fêtes

Slide 9 - Quizvraag

nous (faire) du cheval
A
fairons
B
faisons
C
faxons
D
fallons

Slide 10 - Quizvraag

Je (faire) du foot.
A
fais
B
vais
C
fait
D
vas

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

faire les exercices!
  • faire les exercices: 8B t/m 8D op blz. 89 t/m 90!
  • klaar? leer het ww faire en herhaal apprendre 1 & 2 uit unité 5

Slide 13 - Tekstslide

Bonnes vacances !

Slide 14 - Tekstslide