BSR 2t Thema C §2 Aantekeningen maken

THEMA C  
KUNST
Open je boek alvast op blz. 152-153.
Log alvast in op LessonUp
(de code staat  linksonder in beeld).

Aantekeningen maken
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

THEMA C  
KUNST
Open je boek alvast op blz. 152-153.
Log alvast in op LessonUp
(de code staat  linksonder in beeld).

Aantekeningen maken

Slide 1 - Tekstslide

  • Je weet het verschil tussen hoofd- en bijzaken.
  • Je kunt hoofd- en bijzaken in een tekst onderscheiden.
  • Je kunt aantekeningen maken bij een tekst.
Lesdoelen

Slide 2 - Tekstslide

In deze les gaan we:
  • Verder werken aan Thema C;
  • in gesprek over de begrippen hoofdzaken, bijzaken, kernzin, alinea, streetart;
  • Opdracht 1, 2, 3 en 4 maken.
  • vooruitblikken op de komende lessen.

Slide 3 - Tekstslide

  • Geen telefoons.
  • Gebruik je iPad alleen als dat nodig is.
  • Als de docent aan het woord is, is de rest van de klas stil.
  • Als een klasgenoot aan het woord is,
    is de rest van de klas stil.
  • Kortom, we luisteren naar elkaar en weten wanneer we mogen praten.
De regels tijdens de lessen Nederlands

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat?
Thema C: Kunst (blz. 152-156). Aantekeningen maken.
Opdracht 3 en 4  -> in je schrift.
Hoe?
In tweetallen, fluisterend overleggen.
Leg je antwoorden uit in volledige zinnen.
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt.

Tijd
Tien minuten.
Klaar?
Puzzel 18 en 19 -> bladzijde 266-267.
Opdracht 3 en 4
timer
10:00

Slide 6 - Tekstslide

Als je informatie moet onthouden, is het verstandig om aantekeningen te maken. Je schrijft dan de belangrijkste informatie op. Dit noem je de hoofdzaken

Aantekeningen maken

Slide 7 - Tekstslide

1. Noteer het onderwerp. Deze wordt vaak in de inleiding genoemd.
2. Markeer in elke alinea de kernzin. Dit is vaak de eerste of laatste zin.
3. Noteer de hoofdzaken in steekwoorden. 
4. Gebruik pijlen, streepjes en nummers om verbanden in de tekst te laten zien.
Zo maak je aantekeningen

Slide 8 - Tekstslide

Wat belangrijk is in een tekst, noem je hoofdzaken. Minder belangrijke dingen noem je bijzaken. De hoofdzaken staan vaak in de inleiding (het begin) of het slot (het einde) van de tekst. Ze staan ook in de kernzinnen. Dit is vaak de eerste of laatste zin van een alinea.
Hoofdzaken

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Wat?
Thema C: Kunst (blz. 152-156). Aantekeningen maken.
Opdracht 5 en 6 -> in je schrift.
Hoe?
In tweetallen, fluisterend overleggen.
Leg je antwoorden uit in volledige zinnen.
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt.

Tijd
Tien minuten.
Klaar?
Puzzel 18 en 19 -> bladzijde 266-267.
Opdracht 5 en 6
timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

  • Je weet het verschil tussen hoofd- en bijzaken.
  • Je kunt hoofd- en bijzaken in een tekst onderscheiden.
  • Je kunt aantekeningen maken bij een tekst.
Lesdoelen

Slide 12 - Tekstslide

Wie heeft nog een vraag over wat we vandaag hebben behandeld?

Slide 13 - Tekstslide

Neem deel onze LessonUp klas
Wat kun je hier vinden?
  • LessonUps
  • Video's
  • Handige websites 

Klassencodes:
u2ta: qjffs
u2tb: sgmrx
u2tc: dqymz

Slide 14 - Tekstslide

'Wat belangrijk is in een tekst, noemen we de bijzaken.'
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Wat kan jou helpen om de hoofdzaken van een tekst te vinden?

Slide 16 - Open vraag