NN5 Woordenschat H1 H2 HAVO 3 - Beeldspraak

Beeldspraak
Nieuw Nederlands 5
Woordenschat H1 & H2
HAVO 3
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Beeldspraak
Nieuw Nederlands 5
Woordenschat H1 & H2
HAVO 3

Slide 1 - Tekstslide

Programma & Leerdoelen
1. Herhalen theorie Woordenschat H1 & H2

Leerdoelen

- Je kunt vergelijkingen, metaforen, personificaties herkennen
- Je kunt metoniemen herkennen

Slide 2 - Tekstslide

Herhalen theorie
vergelijking
metafoor
personificatie
metonymie

Slide 3 - Tekstslide

0

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Metonymie

Veel beeldspraak berust op een overeenkomst/gelijkheid tussen object en beeld (vergelijking, metafoor, personificatie). 

Beeldspraak kan echter ook voorkomen op basis van een deel/geheelachtige relatie/betrekking.


 Veel mensen willen meer blauw op straat.

Toen hij het veld opkwam, juichte het stadion .
Mijn Nikes zijn helemaal nat geworden .

Slide 6 - Tekstslide

Oefenen!

Slide 7 - Tekstslide

Een vergelijking herken je aan:
A
het woordje '(net) als'
B
het woordje 'met'
C
het woordje 'als', of 'van een'
D
het woordje 'vergeleken'

Slide 8 - Quizvraag

'Die Rembrandt vind ik mooier dan die Van Gogh.'
A
vergelijking
B
metonymie
C
metafoor
D
personificatie

Slide 9 - Quizvraag

De clown van de klas moest weer eens alle aandacht hebben.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie

Slide 10 - Quizvraag

Pieter is als een sluwe vos te werk gegaan.
A
Vergelijking
B
Personificatie
C
Metafoor
D
metonymie

Slide 11 - Quizvraag

Zo'n etterbak moet streng gestraft worden.
A
Personificatie
B
Metafoor
C
Vergelijking
D
metonymie

Slide 12 - Quizvraag

'Zij lustte nog wel een glaasje.'
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie

Slide 13 - Quizvraag

Esmeralda is een draak van een vrouw.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie
D
metonymie

Slide 14 - Quizvraag

Sanne vist naar complimentjes.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie

Slide 15 - Quizvraag

Wat een wolk van een baby heeft dat jonge stel.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie

Slide 16 - Quizvraag

Opeengepakt als haringen in een ton werden we in de legertruck vervoerd.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie

Slide 17 - Quizvraag

Hij vindt de Haagse politiek net een poppenkast.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie

Slide 18 - Quizvraag

Leerdoelen

Leerdoelen

- Je kunt vergelijkingen, metaforen, personificaties herkennen
- Je kunt metoniemen herkennen

Slide 19 - Tekstslide

Omschrijf in eigen woorden wat een vergelijking is.

Slide 20 - Open vraag

Omschrijf in eigen woorden wat personificatie is.

Slide 21 - Open vraag

Welke voorbeelden van metonymie ken je?

Slide 22 - Open vraag