In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Vandaag
Hoofdstuk 17
Lezen en maken in de les
1, 2, 6, 7
Ga in de lessonup
Numo: samenstellingen
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
Leesvaardigheid vergroten:
wat is een functiewoord?
Hoe kunnen functiewoorden je helpen om de structuur van een tekst te herkennen?
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
In welk deel van een tekst verwacht je deze zin: "en daarom raad ik iedereen aan om meer televisie te kijken"
A
inleiding
B
Kern
C
Slot
Slide 5 - Quizvraag
In welk deel van een tekst verwacht je deze zin: "Televisie biedt bovendien de broodnodige ontspanning"
A
inleiding
B
Kern
C
Slot
Slide 6 - Quizvraag
In welk deel van een tekst verwacht je deze zin: "het moge duidelijk zijn: televisiekijken is de beste invulling van je vrije tijd"
A
inleiding
B
Kern
C
Slot
Slide 7 - Quizvraag
In welk deel van een tekst verwacht je deze zin: "zullen onze kleinkinderen nog weten wat een televisie is "
A
inleiding
B
Kern
C
Slot
Slide 8 - Quizvraag
In welk deel van een tekst verwacht je deze zin: "voor velen zal het een bekend gevoel zijn: zo veel kanalen en toch zo weinig leuke programma's op tv"
A
inleiding
B
Kern
C
Slot
Slide 9 - Quizvraag
In welk deel van een tekst verwacht je deze zin: "toch is het misschien te kort door de bocht om te zeggen dat er geen goede televisie meer wordt gemaakt"
A
inleiding
B
Kern
C
Slot
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Wat is het functiewoord in deze zin: Een belangrijk gevolg van deze maatregel is minder criminaliteit
Slide 14 - Open vraag
Wat is het functiewoord in deze zin: Ter nuancering: niet iedereen zal meedoen met dit project
Slide 15 - Open vraag
Wat is het functiewoord in deze zin: De oplossing ligt voor de hand. We moeten meer boeken lezen.
Slide 16 - Open vraag
Wat is het functiewoord in deze zin: De wedstrijd was een fiasco. De oorzaak was een slappe coach.
Slide 17 - Open vraag
Wat is het functiewoord in deze zin: Vis eten is gezond. Haring, een vis die bomvol zit met goede vetten, is hier een goed voorbeeld van
Slide 18 - Open vraag
Wat is het functiewoord in deze zin: Minder eten of meer bewegen: het blijft een moeilijke afweging voor veel mensen die te zwaar zijn
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.