In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Europa
Economie
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Herhalen lesstof hoofdstuk 1
Slide 2 - Tekstslide
Terugblik
Huiswerk was:
Maken 1.19 t/m 1.26 m.u.v. 1.22
Nakijken met nakijkboek
Slide 3 - Tekstslide
Klaar?
Laten zien aan de leerkracht
Inloggen in Lessonup
Nakijken
Slide 4 - Tekstslide
Begeleid oefenen
We gaan de lesstof herhalen met interactieve vragen.
Slide 5 - Tekstslide
Protectionisme heeft als doel...
A
De import te beschermen
B
De binnenlandse werkgelegenheid te beschermen
C
De inflatie laag te houden
D
De export te ontmoedigen
Slide 6 - Quizvraag
Antwoord
Slide 7 - Tekstslide
De internationale concurrentiepositie van bedrijven in een land verbetert als
A
De inflatie daalt
B
De wisselkoers stijgt
C
Innovaties ontmoedigd worden
D
De loonkosten stijgen
Slide 8 - Quizvraag
Antwoord
Slide 9 - Tekstslide
Wat is geen protectionistische maatregel?
A
Importheffingen
B
Een importquotum
C
Importvoorschriften
D
Importsubsidies
Slide 10 - Quizvraag
Antwoord
Slide 11 - Tekstslide
Een overschot op de lopende rekening van de betalingsbalans betekent dat
A
de export van producten kleiner is dan de import
B
de import van producten kleiner is dan de export
C
de import van producten gelijk is aan de export
Slide 12 - Quizvraag
Antwoord
Slide 13 - Tekstslide
Hoge loonstijgingen
A
stimuleren het protectionisme
B
stimuleren vrijhandel
C
stimuleren de export
D
stimuleren de binnenlandse bestedingen
Slide 14 - Quizvraag
Antwoord
Slide 15 - Tekstslide
Hoge inflatie leidt tot
A
een betere internationale concurrentiepositie
B
een hogere export
C
een lagere import
D
een verslechtering van het saldo op de lopende rekening en de betalingsbalans
Slide 16 - Quizvraag
Antwoord
Slide 17 - Tekstslide
Wat helpt om het saldo van de lopende rekening van de betalingsbalans te verbeteren?
A
Hogere inflatie
B
Hogere lonen
C
Hogere wisselkoers
D
Hogere arbeidsproductiviteit
Slide 18 - Quizvraag
Antwoord
Slide 19 - Tekstslide
In 2020 is de koers van de euro t.o.v. de Japanse Yen (Y): € 1 = Y 114,04. Een jaar later is de koers: € 1 = Y 134,66. De koers van de euro t.o.v. de yen is:
A
gedaald met 18,1%
B
gestegen met 18,1%
C
gestegen met 15,3%
D
gedaald met 15,3%
Slide 20 - Quizvraag
Antwoord
Slide 21 - Tekstslide
Een betere concurrentiepositie kan ontstaan door:
A
lagere inflatie
B
een hogere wisselkoers
C
zowel A als B
D
noch A noch B
Slide 22 - Quizvraag
Antwoord
Slide 23 - Tekstslide
Door arbeidsmigratie zal het aanbod van arbeid in het land waar men gaat werken
A
toenemen
B
afnemen
C
gelijk blijven
Slide 24 - Quizvraag
Antwoord
Slide 25 - Tekstslide
Als de arbeidsproductiviteit in verhouding sneller stijgt dan de lonen, zullen de loonkosten per product.
A
stijgen
B
dalen
C
gelijk blijven
Slide 26 - Quizvraag
Antwoord
Slide 27 - Tekstslide
De concurrentiepositie van een land wordt niet bepaald door de