3 persoonsvorm/werkwoord

Grammatica 2
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Grammatica 2

Slide 1 - Tekstslide

Schrijf zelf een zinnen waarin de volgende woordsoorten staan:



  Zin 1:  Twee l i d w o o r d en  en  één voorzetsel
Zin 2: Z e l f s t a n d i g  n a a m w o o r d en een eigen naam
Zin 3: B i j v o e g l i j k  n a a m w o o r d

Slide 2 - Tekstslide

Werkwoord-persoonsvorm

Slide 3 - Tekstslide

1)Wat is grammatica?
2) Welke twee soorten grammatica zijn er?

Slide 4 - Open vraag

Hoeveel werkwoorden staan in deze tekst?
De pauzes vind ik eigenlijk wel het leukste van school, lekker kletsen en wat eten. Dus ik zou het niet zo erg vinden als ze langer worden. Maar elk voordeel heeft een nadeel want als de pauzes langer zouden zijn zouden we ook langer op school moeten zitten en daar heb ik wat minder behoefte aan. 
Vergelijk met je buurman/buurvrouw!


Slide 5 - Tekstslide

Oplossing
De pauzes vind ik eigenlijk wel het leukste van school, lekker kletsen en wat eten. Dus ik zou het niet zo erg vinden als ze langer worden. Maar elk voordeel heeft een nadeel want als de pauzes langer zouden zijn, zouden we ook langer op school moeten zitten en daar heb ik wat minder behoefte aan. 
Totaal: 13


Slide 6 - Tekstslide

Wat is een werkwoord?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Wat is een persoonsvorm?
Beantwoord de volgende twee vragen:

                         Wat is een persoonsvorm?

                         Hoe kan je een persoonsvorm vinden in een                           zin?
1
1
2

Slide 9 - Tekstslide

Hoe vind je een persoonsvorm?

Slide 10 - Tekstslide

1)Zoek de persoonsvorm in de volgende zinnen. 
2)Zijn ze goed opgeschreven?

1) Hij beantwoord deze vraag heel goed.
2) Word jij ook zo zenuwachtig van dat proefwerk?
3) Die groep leerlingen komt elke dag prima op tijd.
4) De conciërges  ruimde de lokalen gisteren op.





Slide 11 - Tekstslide

Oplossing 
1) Hij beantwoord deze vraag heel goed.
2) Word jij ook zo zenuwachtig van dat proefwerk?
3) Die groep leerlingen komt elke dag prima op tijd.
4) De conciërges ruimde de lokalen gisteren op.

Groen=pv en goed geschreven
Rood= pv en fout geschreven

Slide 12 - Tekstslide

Wat bepaalt in de zin hoe je een persoonsvorm schrijft?

Slide 13 - Open vraag

Zoek persoonsvorm: Newton heeft een aantal belangrijke ontdekkingen gedaan.
A
Newton
B
heeft gedaan
C
heeft
D
ontdekkingen

Slide 14 - Quizvraag

Hoeveel manieren zijn er om de persoonsvorm te vinden?
A
1
B
2
C
3
D
meer dan 3

Slide 15 - Quizvraag

Er zijn drie manieren om een pv te vinden. Welke manier werkt niet altijd?
A
Zin in andere tijd zetten
B
Zin vragend maken
C
Onderwerp veranderen in enkelv. of meerv.

Slide 16 - Quizvraag

Zoek persoonsvorm: Waarom hebben jullie dat filmpje op Tiktok gezet?
A
gezet
B
hebben gezet
C
waarom
D
hebben

Slide 17 - Quizvraag

Vat nu zelf in 1 minuut samen
                Wat weet je van het werkwoord?
   
                Wat weet je van de persoonsvorm?
1
2
timer
1:00

Slide 18 - Tekstslide