In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
A4 WA H10 voorkennis
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen van de vorige les
Hoofdstuk 10 voorkennis
Ik kan rekenen met formules van lineaire en exponentiële groei.
Ik kan bij een tabel bepalen of er sprake is van exponentiele groei.
Slide 2 - Tekstslide
Geef de formule bij deze tabel:
Slide 3 - Open vraag
Leerdoelen van deze les
Hoofdstuk 10 paragraaf 1
Exponentiële groei
Ik kan groeifactoren omzetten naar groeipercentages en andersom.
Slide 4 - Tekstslide
Geef de groeifactor die hoort bij een toename van 5,7%
Slide 5 - Open vraag
Geef de groeifactor die hoort bij een toename van 200%
Slide 6 - Open vraag
Geef de groeifactor die hoort bij een afname van 38,4%
Slide 7 - Open vraag
Geef de groeifactor die hoort bij een afname van 0,3%
Slide 8 - Open vraag
Gegeven is de groeifactor hiernaast. Geef aan of er sprake is van procentuele toe- of afnamen en hoe groot deze is.
0,978
Slide 9 - Open vraag
Gegeven is de groeifactor hiernaast. Geef aan of er sprake is van procentuele toe- of afnamen en hoe groot deze is.
3,2
Slide 10 - Open vraag
De populariteit van de OV-fiets groeit al jaren. In juni 2016 werden er 215 000 ritten met de OV-fiets gemaakt. Dit aantal neemt sindsdien elke maand met 2% toe. Neem aan dat deze groei nog een tijdje aanhoudt. Stel de formule op van het aantal ritten met de OV-fiets per maand. Neem het aantal ritten R in duizendtallen en de tijd t in maanden waarbij t=0 hoort bij juni 2016.
Slide 11 - Open vraag
De populariteit van de OV-fiets groeit al jaren. In juni 2016 werden er 215 000 ritten met de OV-fiets gemaakt. Dit aantal neemt sindsdien elke maand met 2% toe. Neem aan dat deze groei nog een tijdje aanhoudt. Hierbij hoort de formule hiernaast met R on duizendtallen en de tijd t per maand met t=0 in juni 2016. In welke maand van welk jaar was het aantal ritten voor het eerst meer dan 400 000?
R=215⋅1,02t
Slide 12 - Open vraag
Huiswerk voor deze paragraaf
Zorg dat je de volgende leerdoelen beheerst:
Ik kan groeifactoren omzetten naar groeipercentages en andersom.
Maak dan opdrachten 6, 7, 8 en 9 van paragraaf 1 van hoofdstuk 10.