Rederijkers, renaissance en humanisme
1 / 21
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Aan het begin van de vijftiende eeuw ontstonden de rederijkerskamers. Wat gebeurde daar?
A
kwamen bijeen om literaire kunst te beoefenen
B
kwamen bijeen om toneelstukken op te voeren
C
Kwamen bijeen om thee te drinken en bij te kletsen
D
kwamen bijeen om kritiek op de maatschappij te uiten
Slide 8 - Quizvraag
De gedichten van de rederijkers kon je herkennen aan:
A
sonnet, acrostichon en rondeel
B
geuzenlied, refrein, rondeel
C
refrein, acrostichon, rondeel
D
rondeel, sonnet, refrein
Slide 9 - Quizvraag
Wat was een landjuweel
Slide 10 - Open vraag
Wat was het devies van de rederijkerskamer De Eglantier?
A
momento mori
B
In liefde bloeyende
C
naerstigheit floreert
D
wysheit triompheert
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Wat werd niet uitgevonden tijdens de renaissance
A
buskruit
B
stoomtrein
C
boekdrukkunst
D
kompas
Slide 18 - Quizvraag
Middeleeuwen
Renaissance
Orale traditie
schriftcultuur
theocentrisch
antropocentrisch
gemeenschap
memento mori
individualisme
carpe diem
Slide 19 - Sleepvraag
Wat was het doel in de literatuur in tijden van de renaissance
A
de middeleeuwen zo snel mogelijk vergeten
B
de klassieke oudheid nabootsen
C
het verhaal van Jezus opnieuw vertellen
D
het verstand op de eerste plaats zetten
Slide 20 - Quizvraag
Noem de twee belangrijkste kenmerken van het humanisme
