zoeken naar verband tussen twee historische gegevens.
Waarom zorgde de ene gebeurtenis of situatie nu dat de andere gebeurtenis of situatie plaats vond.
leg uit, verklaar, waarom
Slide 7 - Tekstslide
verschillende vragen verschillende antwoorden
argumentatievragen
Bij dit soort vragen is het de bedoeling dat je laat zien waarom iets zo is.
Je geeft een beredenering/ argument. Vaak in combinatie met een bron, stelling of bewering
beredeneer, toon aan,geef een argument
Slide 8 - Tekstslide
verschillende vragen verschillende antwoorden
toepassingsvraag
Bij dit soort vragen moet je je bestaande kennis koppelen aan een nieuw gegeven uit een bron.
Eigenlijk is het een soort herkenning die moet plaatsvinden.
laat zien, toon aan, leg uit.
Slide 9 - Tekstslide
verschillende vragen verschillende antwoorden
Volgorde vragen
Er zijn twee types.
De eerste is altijd door de tijd heen. Hier kan je het beste zoeken naar de tijdsbepaling en het jaartal ongeveer erachter plaatsen. Zijn er meer van uit een zelfde tijdvak dan zet je er A of B achter. Daarna wegstrepen om het op volgorde te zetten.
De tweede soort is op verplichte gebeurtenissen/ jaartallen uit een bepaalde Historische context. Zelfde werkwijze
Slide 10 - Tekstslide
verschillende vragen verschillende antwoorden
Kenmerkende aspectenvraag
Hier wordt gevraagd een Kenmerkend Aspect te herkennen in de bron of in de gegevens van de vraag.
Kenmerkende aspecten zijn de belangrijkste gebeurtenissen of ontwikkelingen in een periode.
Slide 11 - Tekstslide
Welke KA hoort hier het beste bij?
A
KA 18 Het begin van de Europese overzeese expansie.
B
KA19. Het veranderde mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.
C
KA20. De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke Oudheid.
D
KA22. Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat.
Slide 12 - Quizvraag
Welke KA hoort hier het beste bij?
A
KA38. Het in praktijk brengen van totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaalsocialisme.
B
KA43. Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering.
C
KA44. Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme.
D
KA 39. De crisis van het wereldkapitalisme.
Slide 13 - Quizvraag
Welke KA hoort hier het beste bij?
A
KA 22. Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat.
B
KA24. De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek.
C
KA KA 24. De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek.
20. De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke Oudheid.
D
KA 21. De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had.
Slide 14 - Quizvraag
Welke KA hoort hier het beste bij?
A
KA33. De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie.
B
KA35. Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces.
C
KA32. Discussie over de ‘sociale kwestie’.
D
KA31. De industriële revolutie die in de westerse landen de basis legde voor een industriële samenleving.
Slide 15 - Quizvraag
Welke KA hoort hier het beste bij?
A
KA 39. De crisis van het wereldkapitalisme.
B
KA 45. De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog.
C
KA 46. De dekolonisatie die een eind maakte aan de westerse hegemonie in de wereld.
D
KA 47. De eenwording van Europa.
Slide 16 - Quizvraag
Welke KA hoort hier het beste bij?
A
KA 41. Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op Joden.
B
KA 42. De Duitse bezetting van Nederland.
C
KA 40. Het voeren van twee wereldoorlogen.
D
KA 39. De crisis van het wereldkapitalisme.
Slide 17 - Quizvraag
Welke KA hoort hier het beste bij?
A
KA 19. Het veranderde mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.
B
KA 26. De wetenschappelijke revolutie.
C
KA 24. De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek.
D
KA 27. Rationeel optimisme en ‘Verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.
Slide 18 - Quizvraag
A
KA40. Het voeren van twee wereldoorlogen.
B
KA37. De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie.
C
KA 42. De Duitse bezetting van Nederland.
D
KA 39. De crisis van het wereldkapitalisme.
Slide 19 - Quizvraag
Welke KA hoort hier het beste bij?
A
KA 47. De eenwording van Europa.
B
KA 48. De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen.
C
KA 49. De ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen.
D
KA 45. De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog.
Slide 20 - Quizvraag
Welke KA hoort hier het beste bij?
A
KA 44. Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme.
B
KA40. Het voeren van twee wereldoorlogen.
C
KA48. De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen.
D
KA 45. De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog.
Slide 21 - Quizvraag
Welke KA hoort hier het beste bij? "Soekarno geeft een speech ter ere van de onafhankelijke republiek Indonesia"
Slide 22 - Open vraag
Welke KA hoort hier het beste bij? "H.B. Stowe schrijft een boek waarin slavernij wordt bekritiseerd. Het wort razend populair."
Slide 23 - Open vraag
Welke KA hoort hier het beste bij? "Protestanten worden hard gestraft bij de inquisitie"
Slide 24 - Open vraag
Welke KA hoort hier het beste bij? "Lodewijk XIV verklaard 'L'etat, c'est moi!"
Slide 25 - Open vraag
Welke KA hoort hier het beste bij? Het Britse parlement bepaald dat India voortaan onder koninklijk gezag komt"
Slide 26 - Open vraag
Welke KA hoort hier het beste bij? "Amerikaanse opstandelingen verzetten zich tegen de Tea Act en gooien uit protest thee in zee"
Slide 27 - Open vraag
Welke KA hoort hier het beste bij? "De Amerikanen gooien een atoombom op Hiroshima"
Slide 28 - Open vraag
Welke KA hoort hier het beste bij? "Nozems crossen door de straten van Den Haag op weg naar het strand"
Slide 29 - Open vraag
Welke KA hoort hier het beste bij? "Leonardo daVinci maakt een studie van de menselijke verhoudingen op basis van berekeningen van Romein Vitruvius
Slide 30 - Open vraag
Welke KA hoort hier het beste bij? "Arbeiderswijk Klarendal wordt gebouwd"