Les 1 spelling pvtt

Lesplanning

Lezen
Quiz
Uitleg
Zelfstandig werken
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Lesplanning

Lezen
Quiz
Uitleg
Zelfstandig werken

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen


Ik kan mij concentreren op mijn leesboek.

Ik ken de regels om de persoonsvorm tegenwoordige tijd te kunnen spellen. 

Ik kan de persoonsvorm tegenwoordige tijd op de juiste manier spellen. 




Slide 2 - Tekstslide

Pak je leesboek
(Zet de timer aan en ga 7 minuten stil lezen)
timer
7:00

Slide 3 - Tekstslide

QUIZ! Wat weet ik...?
Vul alle vragen serieus in, snap je iets niet? Opschrijven! Dan kan ik je de volgende keer helpen.  

Slide 4 - Tekstslide

Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt

Slide 5 - Quizvraag

Als je verstandig bent, BRAND je daar je vingers niet aan.
A
pvtt
B
vd
C
pvvt
D
bn

Slide 6 - Quizvraag

(vinden) alsjeblieft die bankpas terug, voor er misbruik van wordt gemaakt.
A
Vond
B
Vindt
C
Vind

Slide 7 - Quizvraag

De stukken (kopiëren - tt) mijn secretaresse niet meer.
A
kopieert
B
kopieërt
C
kopiëren
D
kopieerde

Slide 8 - Quizvraag

Werkwoordspelling


In deze les krijg je uitleg over de spelling van de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd (pvtt).

Slide 9 - Tekstslide

De ham-vraag

Voor een correcte werkwoordspelling, moet je altijd eerst een belangrijke vraag stellen. Namelijk:

heb ik te maken met een persoonsvorm?

Slide 10 - Tekstslide

Waarom?

Deze vraag is heel belangrijk. Kijk maar.

Hier is vorige week een ongeluk gebeur...  (Vul in)

Het is een gevaarlijk kruispunt. 

Best kans dat er nog een ongeluk gebeur.. (Vul in)

Slide 11 - Tekstslide

Antwoord
Deze vraag is heel belangrijk. Kijk maar.
Hier is vorige week een ongeluk gebeurD.
Het is een gevaarlijk kruispunt. 
Best kans dat er nog een ongeluk gebeurT.

Slide 12 - Tekstslide

Hoe spel je de pv?

In de volgende twee overzichtjes zie je hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd en de persoonsvorm van een zwak werkwoord
 
in de verleden tijd moet spellen.

Slide 13 - Tekstslide


Slide 14 - Tekstslide

pvtt > kies de juiste vorm

Het eerste uur .... om 8.30u.
A
begin
B
begind
C
begint
D
begon

Slide 15 - Quizvraag

pvtt > kies de juiste vorm

De leerling .... zich om 8.00u.
A
meld
B
meldt
C
melde
D
meldde

Slide 16 - Quizvraag

pvtt > kies de juiste vorm

Ik .... zo moe van deze oefeningen.
A
word
B
wordt
C
werd

Slide 17 - Quizvraag

pvtt > kies de juiste vorm

Wie .... zich al?
A
verveelt
B
verveeld
C
verveeldt
D
verveelde

Slide 18 - Quizvraag

pvtt > kies de juiste vorm

.... je moeder het ook een goed idee?
A
vind
B
vindt
C
vond

Slide 19 - Quizvraag

pvvt > kies de juiste vorm

De leerling.... zich al snel.
A
verveeld
B
verveelde
C
verveeldde
D
verveelden

Slide 20 - Quizvraag

pvvt > kies de juiste vorm

Mijn buurman .... een bijzondere plant.
A
ontdekte
B
ontdektte
C
ontdekten
D
ontdekt

Slide 21 - Quizvraag

Ezelsbruggetjes
  • Vul op de plek van een werkwoord een vorm van lopen in. Dan weet/hoor je meteen of er een t moet komen, of  dat er hier een voltooid deelwoord staat. 
  • Hij verhuist morgen naar Groningen.
  • Hij loopt morgen naar Groningen.
  • Hij is gisteren naar Groningen verhuisd.
  • Hij is gisteren naar Groningen gelopen

Slide 22 - Tekstslide

Smurfen kan ook!
Ik vind      - ik smurf          
jij vindt    - jij smurft
hij vindt  - hij smurft

vind jij    - smurf jij

Slide 23 - Tekstslide

smurfT, dus: beantwoordt
smurfT, dus: rijdt
smurfT, dus:
houdt 
smurf, dus: meld

Slide 24 - Tekstslide

Nog wat extra uitleg nodig?
Kijk dan het filmpje in de volgende slide.
Snap je het al? Sla dan het filmpje over.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Nu zelf aan de slag!
Je maakt ONLINE van cursus 7 SPELLING paragraaf 7 Persoonsvorm tegenwoordige tijd. 

Je doorloopt alle opdrachten van je eigen leerroute.

Niet af? Werk dan de volgende les rustig verder voordat je de nieuwe les start. Dit is huiswerk voor de 1e les volgende week. 

Slide 27 - Tekstslide

Klaar?
Dan ga je lekker lezen en ben je stil. 

Slide 28 - Tekstslide