observeren

observeren
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

observeren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Observatietechnieken/methoden
Voordat je met een client gaat evalueren moet je aan evaluatiegegevens komen. Dit kun je o.a doen door te observeren:

- gestructureerd / ongestructureerd
- time sampling / event sampling 
- contextueel
- participerend / niet - participerend
- continu/vrij  of interval 
Observatieplan 6 stappen

Boek Methodiek 3.11 Observeren

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat past bij Validation?
A
Cliënt herinneren aan oude gebeurtenissen
B
Cliënt testen wat hij of zjj nog weet.
C
Zorgzaam, niet oordelen, open staan voor gevoelens van de cliënt

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Observatietechnieken
Continue observatie /vrije observatie – iemand constant observeren, doel is nog niet zo   concreet.
Contextuele observatie -  Naast de cliënt wordt ook de omgeving of situatie                                                           geobserveerd.
Event sampling- als je wilt weten of gedrag voorkomt en hoe vaak in bepaalde situaties

Interval -  
observeren op wisselende tijden met altijd zelfde doel en gebruik van zelfde methode en technieken. Geschikt voor lange termijn om ontwikkeling te volgen
Time-sampling- als je wilt weten hoe lang gedrag voorkomt.
Op bepaalde tijdstippen. 

Je kunt ook bepaalde technieken combineren .

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Time-sampling
Tijdsduur van gedrag
Bovenaan: belangrijkste gegevens
Links in de kolom: Tijden
Rechts in de kolom: Gedrag

Slide 5 - Tekstslide

Heb je deze opdracht de vorige les niet kunnen doen... dan kun je gewoon even stilt staan bij de vraag wat het verschil is. 
Laat ze voorbeelden geven. 
Wat is het doel van observeren?
A
Informatie over het gedrag en de situatie van de zorgvrager verzamelen.
B
Bedenken wat het gedrag betekent

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke methode kun je het beste toepassen wanneer de observatievragen nog niet concreet zijn?
A
Vrije observatie
B
Gestructureerde observatie
C
Intervalobservatie
D
Contextuele observatie

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet de manier van observeren waar je ook let op de omgeving en mensen rondom de cliënt?
A
Event sampling
B
Protocollaire observatie
C
Contextuele observatie
D
Interval observatie

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij observeren is het moeilijk om objectief te observeren
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij participerend observeren doe je zelf niet mee aan de activiteit
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is observeren?
A
Het analyseren van grafieken.
B
Het schrijven van een verhaal.
C
Het luisteren naar muziek.
D
Het bewust waarnemen en registreren van gedrag.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de term voor observeren zonder deel te nemen aan de situatie?
A
Niet-participerend
B
Participerend
C
Passief
D
Observerend

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij gestructureerd observeren maak je voordat je gaat observeren een observatieplan. Iedereen kan dan op dezelfde manier observeren
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij observeren is het belangrijk dat je...
A
Objectief blijft
B
Subjectief blijft
C
Objectief en subjectief blijft
D
Je mening geeft

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vorm van
observeren zie je in
de afbeelding hiernaast?
A
Niet-participerend
B
Participerend

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vorm van observeren
zie je in de afbeelding
hiernaast?
A
Participerend
B
Niet-participerend

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies