herhaling H3/4 pluriforme samenleving

Herhaling 
pluriforme samenleving H3/4/5/6.1
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhaling 
pluriforme samenleving H3/4/5/6.1

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 3
de drie motieven voor migratie zijn :
Politiek
Economisch
Sociale
Kun je voorbeelden geven?

Slide 2 - Tekstslide

In 72 landen is homoseksualiteit strafbaar, daar voor vluchten is een:
A
Economisch motief
B
Politiek motief
C
Sociaal motief

Slide 3 - Quizvraag

Denice (58): "In 1980 veranderde de situatie in mijn land snel. Het leger nam de macht over. Mijn oom werd vermoord. Ik ben zo snel mogelijk naar Nederland verhuisd." Dit is een:
A
Economisch motief
B
Politiek motief
C
Sociaal motief

Slide 4 - Quizvraag

In Nederland liggen de lonen vaak hoger dan in landen als Roemenië. Om die reden naar Nederland willen komen is een:
A
Economisch motief
B
Politiek motief
C
Sociaal motief

Slide 5 - Quizvraag

Sociale motieven
  • Gezinsvorming
.................

  • Gezinshereniging
.................

Slide 6 - Tekstslide

Sociale motieven
  • Gezinsvorming
Wanneer iemand trouwt met een partner uit het buitenland en ze samen in Nederland gaan wonen

  • Gezinshereniging
Wanneer iemand zijn of haar partner laat overkomen uit het land dat hij of zij heeft verlaten 

Slide 7 - Tekstslide

Hoofdstuk 3
Je kunt uitleggen waarom bepaalde bevolkingsgroepen naar Nederland zijn gekomen

Slide 8 - Tekstslide

Wie komen er naar Nederland?
De mensen die naar Nederland komen, zijn in te delen in 3 groepen:
1: Mensen uit de vroege koloniën
2: Arbeidsmigranten
3: Asielzoekers

Slide 9 - Tekstslide

wanneer ben je een asielzoeker?

Slide 10 - Open vraag

Nederland heeft vroeger veel koloniën gehad. Welk land behoorde niet tot de koloniën?
A
Indonesië
B
De Molukken
C
Aruba en de Antillen
D
Australië

Slide 11 - Quizvraag

Hoofdstuk 3

Je moet het toelatingsbeleid van Nederland kennen

Wanneer mag bijvoorbeeld iemand in Nederland blijven en wanneer niet

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

1. Aankomst in Nederland
2. Rusttermijn (6 dagen)
3. Start van asielprocedure Asielprocedure:
1. Eerste gehoor (wie? waar? hoe?)
2. Nadergehoor (waarom?)
4. Besluit IND
5. Asielzoeker wordt vluchteling met verblijfsvergunning of asielzoeker moet NL verlaten (binnen 4 weken)
  1. Aankomst in Nederland
  2. Rusttermijn (6 dagen)
  3. Start van asielprocedure
  4. Eerste gehoor (wie? waar? hoe?)
  5. Nadergehoor (waarom?)
  6. Besluit IND
  7. Asielzoeker krijgt verblijfsvergunning en wordt vluchteling of asielzoeker krijgt geen verblijfsvergunning en moet NL verlaten (binnen 4 weken)

Slide 14 - Tekstslide

Henk wil vanuit Nederland naar Duitsland verhuizen om daar te gaan werken als Monteur. Kan dit zomaar?
A
Alleen als hij in gevaar is
B
Alleen als hij inburgert
C
Nee
D
Ja

Slide 15 - Quizvraag

Als je geen verblijfsvergunning krijgt, dan ben je:
A
Asielzoeker
B
Immigrant
C
Arbeidsmigrant
D
Illegaal

Slide 16 - Quizvraag

Voor mensen uit landen buiten de EU geldt een restrictief toelatingsbeleid. Sommige mensen spreken daarom zelfs van ‘Fort Europa’.

Wat betekent een restrictief toelatingsbeleid? Dat de meeste buitenlanders …

A
hier alleen mogen wonen om te werken.
B
hier alleen mogen wonen als het ze lukt binnen te komen.
C
hier alleen mogen wonen als ze aan bepaalde regels voldoen.
D
hier niet mogen wonen.

Slide 17 - Quizvraag

hoofdstuk 4 
Je moet weten op welke manieren mensen met verschillende culturele achtergronden kunnen samenleven.

-Segregatie
-Assimilatie
-Integratie

Slide 18 - Tekstslide

Een Turkse jongen zit op een Turkse school, woont in een Turkse wijken heeft alleen maar Turkse vrienden
A
Integratie
B
Segregatie
C
Assimilatie

Slide 19 - Quizvraag

Yous (38): "We waren zo dankbaar dat we naar Nederland mochten komen, dat we onze eigen cultuur hebben achtergelaten en ons volledig hebben aangepast aan de Nederlandse cultuur." Hier is sprake van:
A
assimilatie
B
integratie
C
segregatie

Slide 20 - Quizvraag

hoofdstuk 4 

Je moet weten hoe verschillende politieke stromingen en partijen tegenover integratie staan.


Je kunt Nederlandse politieke partijen indelen in internationalisten en protectionisten.



Slide 21 - Tekstslide

Sociaaldemocraten
Christendemocraten
liberalen  
populisten 
- iedereen recht op gelijke kansen 
- nieuwkomers helpen met inburgeren en zoeken van werk 
 
- christendom hoort bij NL 
- CDA minder streng daarin, mogen ook andere feestdagen 
- streng toelatingsbeleid, weinig nieuwkomers toelaten
- zelf inburgering en een baan regelen 



- liever geen pluriforme samenleving 
- Islam gevaar voor Nederlandse cultuur 
- nieuwkomers moeten zich aanpassen 

Slide 22 - Tekstslide

Bij welke politieke stroming en partij past de visie dat nieuwkomers hun eigen inburgering moeten betalen.

Slide 23 - Open vraag

tweedeling europa 
Protectionisten zijn bang voor het verlies van de eigen dominante cultuur. Liefst geen immigranten en opheffen EU. Elk land bepaald zelf. 

Internationalisten vinden dat immigratie bij de wereld hoor. Vluchtelingen moeten worden opgevangen en we moeten leren omgaan met verschillen. Belangrijk dat EU blijft samenwerken. 

Slide 24 - Tekstslide

https://nos.nl/artikel/2400919-kroatie-bevestigt-dat-het-migranten-de-eu-grens-over-sloeg

Is dit in Kroatië een voorbeeld van protectionisme of internationalisme?

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video