H1 §3 basisbehoeften, arm en rijk

1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

  • Herhaling vorige les
  • Kennen en kunnen
  • Start 1.3 uitleg
  • Zelfstandig werken
  • Terugblik

Slide 2 - Tekstslide

Noem drie verschillen tussen de jagers en verzamelaars en de jagers en boeren.

Slide 3 - Open vraag

Wat is cultuur?
A
De manier waarop mensen aan voedsel komen
B
De manier waarop mensen leven: taal, geloof, voorwerpen en gewoonten
C
Het ontstaan van de landbouw
D
Het geloof van mensen in natuurgoden

Slide 4 - Quizvraag

Hunebedden waren ... ?
A
Beschermplek voor de goden
B
Schuilplaatsen voor onweer
C
Graven voor rijke boeren
D
Afvalplaats voor grote stenen

Slide 5 - Quizvraag

  • Basisbehoeften
  • Gezondheidszorg
  • Krottenwijken
  • Uitleggen wat basisbehoeften zijn en voorbeelden noemen.
  • Uitleggen wat het verschil is tussen arme en rijke landen als je kijkt naar wonen en werken.

Slide 6 - Tekstslide

Wat heb je nodig om
goed te kunnen leven?

Slide 7 - Woordweb

Wat is hetzelfde op beide plaatjes?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

  • Wat: Basis: blz. 26/27 opdracht 1 t/m 4
  • Kader blz. 28 t/m 30 opdracht 1 t/m 4
  • Hoe: zelfstandig
  • Hulp: leerstof in je boek en mevrouw de Vries
  • Tijd: 10 min.
  • Uitkomst: klassikaal bespreken
  • Klaar: Maak de herhaling van 1.3 of de verdieping achteraan het hoofdstuk.
timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

Klik de juiste combinaties aan
Hieronder staan zaken die iedereen nodig heeft. Wat hoort bij wat?
eten en drinken
een huis
onderwijs
gezondheidszorg
dokters en ziekenhuizen
onderdak
scholen
voedsel

Slide 18 - Sleepvraag

Wat zijn de vijf basisbehoeften van een mens?

Slide 19 - Open vraag

Wat is een krottenwijk
A
Rijke stad
B
Wijk met huizen van slechte materialen
C
Mooie woonwijk met bedrijven
D
Arme landen

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

  • Herhaling vorige les
  • Kennen en kunnen
  • 1.3 deel 2
  • Zelfstandig werken
  • Terugblik

Slide 22 - Tekstslide

Klik de juiste combinaties aan
Hieronder staan zaken die iedereen nodig heeft. Wat hoort bij wat?
eten en drinken
een huis
onderwijs
gezondheidszorg
dokters en ziekenhuizen
onderdak
scholen
voedsel

Slide 23 - Sleepvraag

Wat zijn de vijf basisbehoeften van een mens?

Slide 24 - Open vraag

Wat is een krottenwijk
A
Rijke stad
B
Wijk met huizen van slechte materialen
C
Mooie woonwijk met bedrijven
D
Arme landen

Slide 25 - Quizvraag

  • Scharreleconomie
  • Welvaart
  • Welzijn
  • bnp/hoofd
  • Het verschil tussen welvaart en welzijn uitleggen.
  • Uitleggen wat het bnp/hoofd zegt over de rijkdom van een land.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Geld
De laatste tijd zijn veel basisbehoeften duurder geworden.
Ook in Nederland zorgt dit voor problemen.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Link

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Welzijn: kijk naar de levensomstandigheden

Slide 34 - Tekstslide

Verschil welvaart en welzijn
Welvaart: je meet hoe rijk een land is op basis van geld.
--> Hier kun je achter komen door het BNP/hoofd uit te rekenen(Alles wat in een jaar in één land wordt verdiend, deel je door het aantal inwoners van dat land).

Welzijn: je wilt weten of mensen in een bepaald land rijk of arm zijn.
--> Hier kun je achter komen door naar de levensomstandigheden van mensen te kijken (gezondheid, onderwijs, koopkracht)
  • Gezondheid: hoe oud worden mensen gemiddeld? Dat noem je de levensverwachting.
  • Onderwijs: hoeveel mensen kunnen lezen en schrijven? Dat wordt ook wel de alfabetiseringsgraad genoemd.
  • Koopkracht: hoeveel geld heb je om bijvoorbeeld eten te kopen?

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

  • Wat: Basis: blz. 28 t/m 30 opdracht 5 t/m 10
  • Kader blz. 31 t/m 33 opdracht 5 t/m 9
  • Hoe: zelfstandig
  • Hulp: leerstof in je boek en mevrouw de Vries
  • Tijd: 10 min.
  • Uitkomst: klassikaal bespreken
  • Klaar: Maak de herhaling van 1.3 of de verdieping achteraan het hoofdstuk.
timer
10:00

Slide 37 - Tekstslide

Hoe kun je meten of een land arm of rijk is?

Slide 38 - Open vraag

Als er veel welvaart is in een land, zijn er geen verschillen tussen arm en rijk.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 39 - Quizvraag

Gaat de afbeelding over welvaart of welzijn?
A
welvaart
B
welzijn
C
allebei

Slide 40 - Quizvraag

Hoe zie je op de afbeelding dat het over welvaart gaat?
Leg uit in volledige zinnen.

Slide 41 - Open vraag

Gaat de afbeelding over welvaart of welzijn?
A
welvaart
B
welzijn
C
allebei

Slide 42 - Quizvraag

Extra

Slide 43 - Tekstslide

Opdracht
Je werkt in tweetallen. Gebruik je rekenmachine of die op je laptop staat.
  1. We gaan het bruto nationaal product per hoofd (bnp/hoofd) van drie landen berekenen.
Bnp/hoofd

Slide 44 - Tekstslide

Nederland
Bnp: 924.000.000.000
Inwoners: 17.000.000

Slide 45 - Open vraag

Polen
Bnp: 1.126.000.000.000
Inwoners: 38.000.000

Slide 46 - Open vraag

India
Bnp: 1.126.000.000.000
Inwoners: 1.326.000.000

Slide 47 - Open vraag