Basisstof 2 Gezonde voeding kader

2 minuten voordat de les begint
Fijn dat je er bent!
Check:
  • je telefoon in telefoonzak?
  • boeken/ laptop/ etui op tafel?
  • laptop blijft dicht
  • ls de timer afgelopen dan begint de les
timer
2:00
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

2 minuten voordat de les begint
Fijn dat je er bent!
Check:
  • je telefoon in telefoonzak?
  • boeken/ laptop/ etui op tafel?
  • laptop blijft dicht
  • ls de timer afgelopen dan begint de les
timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  • herhaling 2.1 (quiz)
  • afmaken opdracht 2 (wb. blz. 50) in 2-tal
  • uitleg 2.2
  • zelfstandig aan het werk met 2.2
  • ondertussen in 2-tallen practicum opdracht 6 en 7 (wb. blz. 52 en 53

Slide 2 - Tekstslide

Een voedingsgewoonte kan afhangen van:
A
religie
B
klimaat
C
wat je lekker en/of belangrijk vindt
D
alle antwoorden zijn waar

Slide 3 - Quizvraag

Voorbeelden van plantaardige voedingsmiddelen zijn
A
bloemkool, banaan en melk
B
aardbei, broccoli en vis
C
brood, komkommer en tomaat
D
aardappel, ei en prei

Slide 4 - Quizvraag

Voorbeelden van dierlijke voedingsmiddelen zijn:
A
eieren, melk en vlees
B
wortel, vis en yoghurt
C
pompoen, kaas en speklappen
D
kwark , vis en radijs

Slide 5 - Quizvraag

Koolhydraten is een verzamelnaam voor:
A
Zetmeel en vetten
B
zetmeel en vitaminen
C
zetmeel en eiwit
D
zetmeel en suiker

Slide 6 - Quizvraag

IJzer, keukenzout en kalk zijn voorbeelden van
A
Vitaminen
B
Mineralen
C
Vetten
D
Eiwitten

Slide 7 - Quizvraag

De zes groepen voedingsstoffen zijn:
A
eiwitten, suiker, zetmeel, vetten, water en vitaminen
B
eiwitten, koolhydraten, vetten, water, mineralen en vitaminen
C
eiwitten, suiker, mineralen, vitaminen, vezels en water
D
eiwitten, mineralen, koolhydraten, vezels, vetten en vitaminen

Slide 8 - Quizvraag

Wat is niet waar?
A
Voedingsvezels zijn voedingsstoffen
B
Voedingsvezels zorgen voor een vol gevoel
C
Voedingsvezels zorgen voor goede darmwerking
D
Voedingsvezels zijn celwanden van plantaardige cellen

Slide 9 - Quizvraag

Deze les
  • herhaling 2.1 (quiz)
  • afmaken opdracht 2 (wb. blz. 50) in 2-tal
  • uitleg 2.2
  • zelfstandig aan het werk met 2.2
  • ondertussen in 2-tallen practicum opdracht 6 en 7 (wb. blz. 52 en 53

Slide 10 - Tekstslide

Thema 2 Voeding en vertering
De basisstoffen:
1. Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2. Gezonde voeding
3. Hoeveel is gezond?
4. Voedselverwerking
5. Voedselbereiding
6.Het verteringsstelsel
7. De organen voor vertering
8. Je gebit

Slide 11 - Tekstslide

De leerdoelen
  • Je kent de 5 vakken van de schijf van 5
  • Je weet hoe je gezond kunt eten met behulp van de schijf van 5.
  • Je kent de 5 regels van de schijf van 5.

Slide 12 - Tekstslide

2.2 Gezonde voeding

Slide 13 - Tekstslide

Voedingsgewoonten:
Bepalen wat je wel of niet eet en hoe je het voedsel klaarmaakt.
Hebben te maken met: cultuur, religie, klimaat, wat je lekker / belangrijk vindt

Slide 14 - Tekstslide

Wat weet je al over
de schijf van 5?

Slide 15 - Woordweb

De schijf van 5

Slide 16 - Tekstslide

De schijf van 5

Het voedingscentrum geeft informatie over gezonde voeding

De schijf van vijf is een hulpmiddel wat helpt bij het kiezen van gezonde voeding

Hierin staan vijf regels

Als je je aan deze regels houdt eet je gezond

Slide 17 - Tekstslide

De schijf van 5

Gezonde voeding = genoeg van alle voedingstoffen binnen krijgen; niet te veel en niet te weinig.

Schijf van vijf = hulpmiddel bij kiezen van gezonde voeding.

Je eet gezond als je je aan de 5 regels houdt



Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

De regels van de schijf van 5

1. Gevarieerd veel verschillende dingen eten.

Je eet gevarieerd als je:
* iedere dag uit elk vak iets eet
* niet elke dag hetzelfde eet

Zo vergroot je de kans om alle voedingsstoffen
binnen te krijgen.


Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

De regels van de schijf van 5

2. Niet te veel en beweeg

* 3 maaltijden (ontbijt - lunch - diner)
* gezonde tussendoortjes (maximaal 3 tot 4 per dag)
* beweeg minimaal 30 minuten per dag (wandelen - fietsen - sport)

Zo verklein je de kans op overgewicht
.

Slide 22 - Tekstslide

De regels van de schijf van 5

3. Minder verzadigd vet

* 2 soorten vet:
Verzadigd vet = V van verkeerd
Onverzadigd vet = O van oké

Zo verklein je de kans op overgewicht
en hart- en vaatziekten.

Slide 23 - Tekstslide

De regels van de schijf van 5

4. Veel groente, fruit en brood

* bevatten veel voedingsstoffen
* bevatten veel voedingsvezels
* ze geven snel een vol (verzadigd) gevoel

Zo verklein je de kans dat je gaat dat je na een maaltijd of tussendoortje snel weer trek krijgt en ongezonde tussendoortjes gaat eten.

Slide 24 - Tekstslide

De regels van de schijf van 5

5. Veilig
* Voorkom voedselinfecties door goede hygiëne
kopen: houdbaarheidsdatum - snel in de koelkast
bewaren: op de goede plek - restje niet langer dan 2 dagen
wassen: handen - groente en fruit - aanrecht en materiaal
kruisbesmetting voorkomen: verschillende snijplanken - rau en bereid voedsel scheiden
verhitten: om ziekteverwekkers te doden 

Slide 25 - Tekstslide

Wat zijn de 5 regels van de schijf van 5?

Slide 26 - Open vraag

Maken:  Thema 2, bs 2 (= 2.2)
- Opdracht 8 t/m 14 (boek: 9 - 10 -14)
 - practicum: Opdracht 6 en 7 (wb. blz. 52 en 53)                Opdracht 6 en 7 is een practicum.    
- Flitskaarten en test jezelf
Alles af?
- maak een samenvatting of leervragen over bs 2.2
- maak opdracht 1 van het opdrachtenboekje

Slide 27 - Tekstslide

Jodium is een indicator voor..
A
glucose
B
vetten
C
zetmeel
D
eiwitten

Slide 28 - Quizvraag

Schadelijke schimmels en bacteriën gaan dood door verhitten
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Marieke heeft vaak diarree en buikpijn. Ook is ze vaak heel moe. Met haar klachten gaat ze naar de dokter. Na een paar onderzoeken blijkt dat ze niet tegen gluten kan. Gluten zitten in granen, zoals tarwe. De arts zegt dat ze een glutenvrij dieet moet volgen. Ze mag niks meer eten waar gluten in zitten. Dat betekent dat ze geen brood, beschuit, crackers, gebak, koek en pasta meer mag eten. Soms zitten gluten ook in soep, saus, worst en gehakt. Marieke vindt het moeilijk om zo veel dingen niet meer te mogen eten. Maar sinds ze dit glutenvrije dieet volgt, voelt ze zich veel beter!
Waardoor veranderen de voedingsgewoonten van Marieke?
A
door haar gezondheid
B
door haar religie
C
door het klimaat

Slide 30 - Quizvraag

Uit welke 3 vakken komt
het gerecht pasta met gehakt en salade?
A
vak 2 - 4 - 5
B
vak 2 - 3 - 4
C
vak 1 - 4 - 5
D
vak 1 - 2 -3

Slide 31 - Quizvraag

Uit vak 1 mag je meer eten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quizvraag

Een appel is een
ongezond
tussendoortje
A
waar
B
niet waar

Slide 33 - Quizvraag


A

Slide 34 - Quizvraag