Wat er onder werkwoordspelling valt:
persoonsvorm tegenwoordige tijd:
nu begrijp ik hetpersoonsvorm verleden tijd: vroeger begreep ik het
voltooid deelwoord: ik heb het begrepen
onvoltooid deelwoord: begrijpend knikte ik
gebiedende wijs: begrijp dat dan!
bijvoeglijk naamwoord: de (f)luisterende leerling