1.2 Krachten in constructies

Hoofdstuk 1: Krachten
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1: Krachten

Slide 1 - Tekstslide

Programma van de les
Toets bespreken
Herhaling paragraaf 1
Paragraaf 2
Zelfstandig aan de slag
Start paragraaf 3

Slide 2 - Tekstslide

Teken een 3 blokjes en teken een kracht van 40 N die omlaag gaat. krachtenschaal 1 cm ≙ 10N/20N/40N

Slide 3 - Open vraag

Welke vervorming is tijdelijk?
plastische of elastische
A
plastische vervorming
B
elastische vervorming
C
beide zijn tijdelijke
D
beide zijn blijvend

Slide 4 - Quizvraag

Kan je krachten zien?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag


Met welke soort vervorming
hebben we te maken
in de afbeelding?
A
Plastische vervorming
B
Brosse vervorming
C
Mechanische vervorming
D
Elastische vervorming

Slide 6 - Quizvraag

Wat voor soort
vervorming is
hier te zien
A
Elastische vervorming
B
Plastische vervorming

Slide 7 - Quizvraag

Beyza zakt weg in pas gevallen sneeuw.
Er is dan sprake van:

A
elastische vervorming van de sneeuw
B
plastische vervorming van de sneeuw.
C
geen merkbare vervorming van de sneeuw.

Slide 8 - Quizvraag

In welk van onderstaande voorbeelden is er sprake van plastische vervorming?
A
Een fietsband wordt flink ingedrukt als Wietske op haar fiets gaat zitten
B
Een polsstok buigt flink door tijdens een sprong van een atleet
C
Jara verbuigt een paperclip om daarmee haar iPad te resetten.
D
Een boom buigt ver mee met een hevige windvlaag

Slide 9 - Quizvraag

Is er maar één soort kracht?
A
Ja, alle krachten zijn hetzelfde.
B
Nee, er zijn meer soorten krachten.
C
Nee, dat hangt van de plaats af.
D
Ja, dat is de spierkracht.

Slide 10 - Quizvraag

Wat is bij het TEKENEN van krachten het allerbelangrijkst?
A
Grootte
B
Richting
C
Aangrijpingspunt
D
Allemaal even belangrijk.

Slide 11 - Quizvraag

het zwaartepunt van een voorwerp zit altijd in het midden
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

waar ligt het zwaartepunt?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 13 - Quizvraag

Een voorwerp is stabiel wanneer het zwaartepunt zich boven het steunvlak bevindt.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Doelen van de les
De leerling kan krachten in constructies benoemen. 
De leerling kan uitleggen waarom voor bepaalde materialen gekozen wordt in bouw, met behulp van krachten
De leerling kan de resultante bepalen.

Slide 15 - Tekstslide

Paragraaf 1.2
In constructies hebben we ook te maken met krachten. 2 voorkomende krachten zijn de duw en trek krachten

Slide 16 - Tekstslide

Paragraaf 1.2
Trekkrachten zijn krachten die proberen het voorwerp uit elkaar te trekken. Staal kabels zijn hier goed tegen bestand.
  

Drukkrachten duwen de materialen juist naar elkaar toe. Beton kan hier juist goed tegen. Staalkabel een stuk minder goed.

Slide 17 - Tekstslide