6.1 Over zeeën en oceanen

6.1 Over zeeën en oceanen
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

6.1 Over zeeën en oceanen

Slide 1 - Tekstslide

Lesvolgorde
 6.1 Moedernegotie en stapelmarkt t/m Handelscompagnieën lezen.
  • Moeilijke woorden
  • Examenvraag
  • Opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Lezen blz. 106 en 107
Moedernegotie en stapelmarkt
Handelscompagnieën

Moeilijke woorden/begrippen?

Slide 3 - Woordweb

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen dat de graanhandel het begin vormde van een uitgebreid handelssysteem met een stapelmarkt voor een steeds groter handelsnetwerk.
  • Je kunt uitleggen hoe de handelscompagnieën ontstonden.
  • Je kunt uitleggen waarom de vele handelscompagnieën zorgden voor een toename van concurrentie en een daling van de winst.

Slide 4 - Tekstslide

Moedernegotie
  • Holland en Zeeland dalende bodem, drassige grond.
  • Ongeschikt om er graan te verbouwen (verrot in de grond).
  • Wel geschikt voor veeteelt.
  • Boeren veel rundvee.
  • Producten voor de handel (stad): boer, kaas, rundvlees

Slide 5 - Tekstslide

Toename graanproductie uit Noord-Duitsland en de Baltische landen

Slide 6 - Tekstslide

Moedernegotie
  • Nederlandse graanhandelaren kochten graan uit Oostzeegebied.
  • Werd verkocht in kustgebieden Nederland,

Slide 7 - Tekstslide

Zuivelproducten (aangevuld met zoute vis) uit Nederland werden verkocht naar het buitenland.
Winstgevende business. 

Slide 8 - Tekstslide

Moedernegotie
De winstgevende handel met het Oostzeegebied wordt moedernegotie genoemd.

Slide 9 - Tekstslide

Amsterdam stapelmarkt
Inkoop Dantzig
Zomer
Opslag in Amsterdamse pakhuizen
Verkoop graan Winter
1000 kg graan
30 gulden
Grote hoeveelheden
1000 kg graan
90 gulden

Slide 10 - Tekstslide

Amsterdam
  • Groot gedeelte van moedernegotie verliep via Amsterdam.
  • Stad werd centrum handelskapitalisme

Slide 11 - Tekstslide

Welk begrip past bij graan opslaan om het in tijd van honger weer te verkopen.
Handelskapitalisme of stapelmarkt?
Leg je antwoord uit!

Slide 12 - Open vraag

Amsterdam centrum van de handel
  • Spanjaarden veroverden Antwerpen
  • Opstandige gewesten sluiten de Schelde (toegangspoort tot Antwerpen) af.
Gevolg: Antwerpse handelaren en bankiers vestigden zich in Amsterdam , die  profiteerde daarvan.

Slide 13 - Tekstslide

Handelaren brachten goederen uit heel Europa.

Amsterdam belangrijkste stapelmarkt van Europa

Slide 14 - Tekstslide

Lees het begrip handelscompagnieën blz. 118
Noem twee redenen waarom handelaren zich verenigden in compagnieën.

Slide 15 - Open vraag

Handelscompagnieën
  • Winsten moedernegotie voor handel Middellandse Zeegebied.
  • Portugal specerijenhandel in handen (megawinsten).
  • Amsterdamse kooplieden stichten handelscompagnie voor de Oost-Azië
  • 'Eerste schipvaart' De Houtman. 

Slide 16 - Tekstslide

De Houtman Bantam

Slide 17 - Tekstslide

Eerste reis Cornelis de Houtman
  • Vier schepen, één schip vergaan
  • 2/3 van de bemanningen omgekomen
  • Weinig specerijen, reis verliesgevend.
  • MAAR de route was gevonden
  • Meer reizen naar Azië.
  • Republiek hoofdrol in handel Aziatische producten

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Lees Handelscompagnieën blz. 107
Leg uit dat de handelscompagnieën elkaar bijna kapot concurreerden.
Gebruik in je antwoord 'vraag en aanbod'.

Slide 20 - Open vraag

Noem de belangrijkste oorzaak waarom de VOC werd opgericht. Verwerk het begrip concurrentie en handelsmonopolie in je antwoord

Slide 21 - Open vraag

Huiswerk
Hoofdstuk 6 opdracht 2 van oriëntatie bladzijde 108

Vaardigheid: oorzaken en gevolgen
Verder blz. 120 Examentraining vraag 2 (kijk ook naar de tip)

Slide 22 - Tekstslide

6.1 Les 2
Lesvolgorde
  • Herhaling/huiswerk opdracht 2 Oriëntatie
  • VOC en WIC
  • Opkomst en ondergang VOC
  • Huiswerk

Slide 23 - Tekstslide

Wat hoort bij moedernegotie
A
Handel Middellandse Zee
B
Handel Oostzeegebied
C
Handel VOC en WIC

Slide 24 - Quizvraag

De landbouwgrond in het westen van Nederland zorgde ervoor dat de visserij en de handel werden bevorderd. Leg dat uit (gebruik de tekst moedernegotie en bron 5 en 6)

Slide 25 - Open vraag

VOC
  • VOC handelsmonopolie (in de Republiek)
  • Naamloze vennootschap (aandelen)
  • Bedrijf met bijzondere voorrechten (verdragen sluiten, oorlog voeren, forten bouwen, soldaten en bestuursambtenaren in dienst nemen).

Slide 26 - Tekstslide

Scheepswerf VOC Amsterdam

Slide 27 - Tekstslide

Factorij

Slide 28 - Tekstslide

VOC
  • Felle concurrentie van buitenlandse compagnieën in Azië
  • East India Compagnie (Engeland) en Franse compagnie 

Slide 29 - Tekstslide

WIC
  • Handel in West-Afrika en Amerika (Brazilië, Suriname).
  • Bouwden forten en handelsnederzettingen.
  • Namen gedeelte slavenhandel over van de Spanjaarden
  • Kaapvaart
  • Zilvervloot (Piet Hein) flinke buit

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Wereldeconomie
Doordat er producten uit Azië en Amerika verhandeld werden begint een wereldeconomie te ontstaan.
VOC: specerijen, zijde, katoen en porselein.
Ook handel in Azië zelf (voorbeeld: opium uit India werd in China gebruikt)
WIC kocht slaven met VOC producten.
Tabak en suiker van Amerika naar Europa

Slide 32 - Tekstslide

Filmpje kijken (volgende dia)
Beantwoord de hoofdvraag:
Hoe werd Nederland van een moerassig land tot een belangrijk handelsland  in de wereld van vandaag?

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Hoe werd Nederland van een moerassig land tot een belangrijk handelsland in de wereld van vandaag? Werk in tweetallen.

Slide 35 - Open vraag