In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welkom!
Pak alvast: leesboek en Nieuw Nederlands
Slide 1 - Tekstslide
Deze les
Lezen
7.2.2: functiewoorden
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het eind van de les
... ken je de verschillende functiewoorden;
... kan je de functie van een tekstgedeelte bepalen.
Slide 4 - Tekstslide
Functies van tekstgedeelten
Welke functies die bij bepaalde tekstgedeelten horen kennen jullie al?
Slide 5 - Tekstslide
Functies van tekstgedeelten
Een alinea of tekstgedeelte heeft vaak een bepaalde functie in de tekst. Het is bijvoorbeeld de inleiding, een samenvatting of een argument
De hele lijst functiewoorden die je moet kennen staat op blz. 248-250
In het examen zijn vragen naar functies van tekstgedeelten bijna altijd meerkeuze. Je krijgt dus een rijtje functiewoorden
Slide 6 - Tekstslide
Aan de slag
Neem de lijst functiewoorden door (blz. 248-250)
Maak opdracht 1 t/m 3 op blz. 250-252
+-15 minuten
Eerst 5 minuten in stilte
Klaar? Blader door Cursus 7 en bekijk waar je nog aandacht aan moet besteden voor jezelf
Daarna klassikaal wat checkvragen
Slide 7 - Tekstslide
De schrijver veronderstelt iets wat hij nog moet bewijzen.
A
voorbehoud
B
voorwaarde
C
constatering
D
hypothese
Slide 8 - Quizvraag
De schrijver geeft uitleg bij een bepaald verschijnsel. Hij probeert de lezer iets duidelijk te maken, iets te laten begrijpen.
A
nuancering
B
samenvatting
C
toelichting
D
voorbeeld
Slide 9 - Quizvraag
De schrijver maakt een eerder gedane uitspraak minder sterk of trekt de ernst van een bepaalde situatie enigszins in twijfel: hij laat de betrekkelijkheid ervan zien.
A
relativering
B
tegenwerping
C
toegeving
D
toelichting
Slide 10 - Quizvraag
De schrijver doet een suggestie voor de oplossing van een probleem.