poëzie les 2 (30 min)

Poëzie sonnet
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Poëzie sonnet

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt de vormeisen en de inhoudelijke eis van een sonnet benoemen

Slide 2 - Tekstslide

Lezen sonnetten 

No Second Troy - Jean Pierre Rawie (1951)
De taal der liefde - Driek van Wissen (1943-2010)

Slide 3 - Tekstslide

Vormeisen sonnet 
- 14 regels
- 2 kwatrijnen (strofe van vier versregels) die samen een octaaf (strofe van acht versregels) vormen
- 2 terzinen (strofe van drie versregels) die samen het sextet (strofe van zes versregels) vormen
- vast rijmschema: abba abba cde cde
- meestal zijn de onderdelen van elkaar gescheiden door een witregel, maar die kan ook ontbreken. 
- meestal heeft een sonnet bovenstaand rijmschema, maar er wordt ook op gevarieerd. 

Slide 4 - Tekstslide

Inhoudelijke eis sonnet
  • wending, volta of chute: deze geeft een bepaalde verhouding of spanning weer tussen octaaf en sextet. Het kan bijvoorbeeld een overgang van algemeen naar bijzonder, van object naar beeld (zie beeldspraak), van objectief naar subjectief, zijn
  • wending kan ook op een andere plaats zitten, bijvoorbeeld na het eerste kwatrijn of na de eerste terzine.

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht sonnet schrijven
  • We werken in duo’s
  • Bestudeer nog eens de eisen die aan een sonnet gesteld worden op blz. 145 van het handboek Kern (onder het kopje "Liefste, wij branden)
  • Schrijf samen een sonnet
  • Neem het sonnet de volgende les getypt op papier mee naar de les

Slide 6 - Tekstslide

Denk aan kenmerken poëzie
  • Bepaalde regellengte en opbouw in strofen
  • Beknoptheid, concentratie in de zinsopbouw
  • Momentopname van een gedachte of gevoel
  • Veel beeldspraak
  • Veel herhaling
  • Meestal maar één persoon aan het woord

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoel bereikt?
Je kunt de vormeisen en de inhoudelijke eis van een sonnet benoemen

We doen een quiz!

Slide 8 - Tekstslide

Hoeveel regels heeft een sonnet?
A
12
B
14
C
16
D
18

Slide 9 - Quizvraag

Wat is geen term voor de tegenstelling die volgt in een sonnet, na regel acht?
A
pointe
B
volta
C
wende
D
chute

Slide 10 - Quizvraag

Uit welk land is het sonnet afkomstig?
A
Italië
B
Engeland
C
Westeros
D
Spanje

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een pointe?
A
een soort metrum
B
een ander woord voor chute
C
een refreinregel
D
een grappig slotakkoord

Slide 12 - Quizvraag

Traditionele gedichten herkennen we aan:
A
regelmatige strofebouw
B
duidelijk rijmschema
C
onderwerp is liefde
D
vaste zinslengte

Slide 13 - Quizvraag

Kenmerken van poëzie zijn:
A
beknoptheid
B
meerdere personen aan het woord
C
momentopname
D
bepaalde regellengte en opbouw in strofen

Slide 14 - Quizvraag

Een vrij vers heeft:
A
afwijkende zinslengtes
B
veel regelmaat
C
een rijmschema
D
veen stijlfiguren

Slide 15 - Quizvraag