Week 2 C5.2.1 Quiz na les 1

Geneesmiddelen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Cursus 5 DAMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Geneesmiddelen

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een geneesmiddel?

Slide 2 - Woordweb

Waar koop je een geneesmiddel?

Slide 3 - Woordweb

wat betekent UR
A
uitsluitend apotheek
B
uitsluitend drogist of apotheek
C
vrij verkrijgbaar
D
uitsluitend recept

Slide 4 - Quizvraag

Wat is UA?
A
uitsluitend apotheek
B
uitsluitend arts
C
uitsluitend afgifte
D
uiterst recept

Slide 5 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met UAD?

Slide 6 - Open vraag

Paracetamol is een
A
Uitsluitend op recept - medicijn
B
Niet recept plichtig -medicijn
C
Homeopathisch middel
D
Alternatief geneesmiddel

Slide 7 - Quizvraag

Generieke naam?

Slide 8 - Woordweb

Generieke naam
Is de stofnaam
Een voorbeeld is oxazepam 
De merknaam (spécialité hiervan is Seresta)

Slide 9 - Tekstslide

Specialite of merknaam

Slide 10 - Open vraag

Wat wordt bedoeld met het preferentiebeleid?

Slide 11 - Open vraag