Nederlands - Talent - 3 vmbo- x - x.3 Woorden

Nederlands - Talent - 3 vmbo-x

x.3 Woorden
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands - Talent - 3 vmbo-x

x.3 Woorden

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

Woorden x.3

  • Ik kan de betekenis van een woord omschrijven.
  • Ik kan bij een omschrijving het juiste woord kiezen.
  • Ik kan het juiste woord in een zin zetten.
  • Ik begrijp de betekenis van de woorden en ik kan er zelf een zin mee maken.


 

Slide 2 - Tekstslide

Leren

x.3 Woorden    blz.  xx


  • woord  - betekenis
  • betekenis - woord
  • juiste woord in zin kunnen zetten
  • zelf zin maken met woord
timer
0:10

Slide 3 - Tekstslide

Oefenen: woord - betekenis
Meerkeuze

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de betekenis van het woord?
1.

A

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de betekenis van het woord?
2.

A

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de betekenis van het woord?
3.

A

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de betekenis van het woord?
4.
A

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de betekenis van het woord?
5.

A

Slide 9 - Quizvraag

Oefenen: woord - betekenis

Je leest het moeilijke woord.


Jij typt de betekenis.



Slide 10 - Tekstslide

Wat is de betekenis van ...
6.

Slide 11 - Open vraag

Wat is de betekenis van ...
7.

Slide 12 - Open vraag

Wat is de betekenis van ...
8.

Slide 13 - Open vraag

Wat is de betekenis van ...
9.

Slide 14 - Open vraag

Wat is de betekenis van ...
10.

Slide 15 - Open vraag

Oefenen: betekenis - woord

Meerkeuze


Je leest de betekenis. 


Jij kiest het woord dat erbij hoort.

Slide 16 - Tekstslide

Welk woord hoort bij de omschrijving .....
11.

A

Slide 17 - Quizvraag

Welk woord hoort bij de omschrijving .....
12.

A

Slide 18 - Quizvraag

Welk woord hoort bij de omschrijving .....
13

A

Slide 19 - Quizvraag

Welk woord hoort bij de omschrijving .....
14.

A

Slide 20 - Quizvraag

Welk woord hoort bij de omschrijving .....
15.

A

Slide 21 - Quizvraag

Oefenen: welk woord past in de zin?

Meerkeuze


Slide 22 - Tekstslide

16. Welk woord past in de zin?
A

Slide 23 - Quizvraag

17. Welk woord past in de zin?
A

Slide 24 - Quizvraag

18. Welk woord past in de zin?
A

Slide 25 - Quizvraag

19. Welk woord past in de zin?
A

Slide 26 - Quizvraag

20.Welk woord past in de zin?
A

Slide 27 - Quizvraag

21. Welk woord past in de zin?
A

Slide 28 - Quizvraag

Hoe goed ken jij de betekenis van de woorden 3.3 al?
Ik ken ze .....
A
onvoldoende
B
matig
C
voldoende
D
goed

Slide 29 - Quizvraag

Einde

Bedankt voor  jouw aandacht en bijdrage.


Goed gewerkt!

Slide 30 - Tekstslide