Les 35

Goede morgen mavo 1C!
Log in op LessonUp
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Goede morgen mavo 1C!
Log in op LessonUp

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag 15 december
Herhaling 
Aan de slag met les 35
Huiswerk controleren
Bespreking boekopdracht 
Numo


Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn uiterlijke kenmerken van de schurk Gru?

Slide 3 - Open vraag

Vertel iets over het innerlijk van de schurk Gru

Slide 4 - Open vraag

Wat zijn de 4 stappen hoe je een recensie schrijft?

Slide 5 - Open vraag

Les 35 (pg 74-75)
Je leert verschillende soorten perspectieven en kunt die herkennen in een tekst;
Je kunt uitleggen hoe een schrijver spanning creëert; 
Je kunt zelf spanning creëren in een tekst. 

Slide 6 - Tekstslide

Luister

Slide 7 - Tekstslide

Vond je dit spannend? En waarom?

Slide 8 - Open vraag

Luister

Slide 9 - Tekstslide

Wat vond je nu spannend? Wat betekent 'spanning in een verhaal'?

Slide 10 - Open vraag

Welkom terug!
We waren bezig met 'spanning' in een verhaal. Hier gaan we mee verder. 
Boekopdracht 
Numo
Huiswerkcontrole les 30, 31, 37

Slide 11 - Tekstslide

Spanning
Emotionele spanning: 
Je weet als lezer meer dan de personages in het boek.

Intellectuele spanning: 
Je hebt als lezer dezelfde kennis als de personages in het boek.
Bijv: politieserie, detective

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 7
Welke soort spanning herken je? 

Slide 13 - Tekstslide

Welke soort spanning herken je?

Slide 14 - Open vraag

Vertelperspectief: hoe bekijk je iets
  • Ik-verteller
  • Personale verteller
  • Alwetende verteller

Slide 15 - Tekstslide

Vertelperspectief: hoe bekijk je iets
  • Ik-verteller
De 'ik' is een personage en vertelt wat hij/zij meemaakt. Er kunnen meerdere ik-personages zijn binnen hetzelfde verhaal.
"Ik rende met de andere kinderen naar buiten. Ik voelde de wind op m'n gezicht en rook de zomergeuren."

  • Personale verteller
Het verhaal wordt vanuit de derde persoon verteld. Ook hier kunnen meerdere vertellers zijn. 
> "Hij zag de kinderen naar buiten rennen."

  • Alwetende verteller
Deze verteller weet alles over elke personage en kan ook vooruitkijken, commentaar geven of de lezer persoonlijk aanspreken.
> "Ik zat zo te denken, heeft u nou ook wel eens last van slapeloosheid overdag? Zo domweg voor je uit staren zonder ook maar iets op te vangen van de gesprekken om je heen."

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 9
Wat voor perspectief herken je in dit fragment? Waaraan herken je het?

Slide 17 - Tekstslide

Wat voor perspectief herken je in dit fragment? Waaraan herken je het?

Slide 18 - Open vraag

Nu weet je:
Dat er verschillende perspectieven zijn en hoe je die kunt herkennen;
Dat een schrijver spanning creëert;
Hoe je zelf spanning kunt creëren in een tekst. 

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag met les 35
Maak opdracht 1, 2, 3, 6, 8, 11 en 13.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide