les 3, M&N 1C

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan wij vandaag doen?
  • Aftekenkaart op papier
  • Herhalen faseovergangen
  • Uitleg stofeigenschappen en dichtheid
  • Maken/huiswerk
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Aftekenkaart M&N
  • elke les bij je hebben
  • niet bij je hebben=materiaal vergeten 

Slide 3 - Tekstslide

De 6 faseovergangen 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video


Welke faseovergang zie je in het plaatje?
A
Verdampen
B
Condenseren
C
Sublimeren
D
Koken

Slide 6 - Quizvraag

Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren

Slide 7 - Quizvraag

Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren

Slide 8 - Quizvraag

Tijdens het koken van water vindt een faseovergang plaats. Welke is dat?
A
Sublimeren
B
Condenseren
C
Rijpen
D
Verdampen

Slide 9 - Quizvraag

Stofeigenschappen

5. Ik weet wat er voor verschillende soorten stofeigenschappen zijn.
6.Ik kan met behulp van verschillende stofeigenschappen een scheidingsmethode kiezen om twee stoffen uit elkaar te halen.
7. Ik kan met de formule ρ=m/V  rekenen aan de dichtheid van een stof.
8. Ik kan aan de hand van de dichtheid bepalen of een stof zweeft, drijft of zinkt.






Slide 10 - Tekstslide

stofeigenschappen
Wat is een stofeigenschap?
Een stofeigenschap is een kenmerk van een stof. Aan de hand van stofeigenschappen kun je bepalen wat voor stof iets is.
Er zijn verschillende stofeigenschappen. 
Vaak is één eigenschap niet genoeg om te bepalen welke stof het is.
Wat voor stofeigenschappen zijn er?
Er zijn verschillende stofeigenschappen zoals, 
Kleur, Geur, Smaak, Smeltpunt, Kookpunt, Dichtheid. 
Er zijn nog meer stofeigenschappen maar dit zijn voor nu de belangerijkste.

Slide 11 - Tekstslide

Met welke stofeigenschappen kun jij water van cola onderscheiden?

Slide 12 - Open vraag

Met welke stofeigenschappen kan je onderscheid maken tussen goud en zilver?

Slide 13 - Open vraag

Aftekenen
Wat mag je gebruiken om af te tekenen?
opdrachten van de lesson-ups, aantekeningen en tekeningen(werkbladen).



Slide 14 - Tekstslide

Aftekenen leerdoel 3-6
Stappenplan: 
1. De docent roept de leerlingen 1 voor 1.
2. Je neemt je aftekenkaart mee met bewijs.
3. Bij onvoldoende bewijs, noteer ik dit en moet je het de volgende les verplicht aantonen.
Derest van de leerlingen gaan aan de slag met de oefentoets over de leerdoelen 1-6 in stilte.

Slide 15 - Tekstslide

Dichtheid
Wat is dichtheid?
Dichtheid is hoeveel iets weegt voor hoe groot iets is. 
een kilo lood en een kilo veren zijn allebij een kilo, maar een kio veren is veel groter. 
Hoe bereken je de dichtheid?
De dichtheid bereken je door de massa (hoe zwaar iets is) te delen door het volume (hoe groot iets is). 
dichtheid=massa/volume
Je moet opletten dat je de massa in gram hebt, en het volume kubieke centimeter. 
Voorbeeld
Een stuk hout met een volume van 40 cm3.
Het stuk hout heeft een massa van 25 gram.
Dichtheid = massa / volume
dichtheid = 25 / 40 = 0,625 g/cm3

Slide 16 - Tekstslide

drijven, zweven of zinken.
Drijven, zweven of zinken
Of een stof blijft zweven zinken of drijven is afhankelijk van de dichtheid.  Als iets een kleinere dichtheid heeft dan blijft het drijven op een grotere dichtheid. Op het moment dat een stof dezelfde dichtheid heeft zal deze zweven in de stof er omheen. En als een stof een grotere dichtheid heeft zal deze zinken,
Waarom hout drijft?
Het stuk hout van het vorige voorbeeld drijft op het water. 
Dat komt omdat de dichteid van water altijd 1 g/cm3 is. 
De dichtheid van het hout is 0,625 g/cm3.
De dichtheid van het hout is dus kleiner dan die van het water. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Wat is de formule om de dichtheid mee te bereken.
A
Dichtheid = volume / massa
B
Dichtheid = volume x massa
C
Dichtheid = massa / volume
D
Dichtheid = massa x volume

Slide 19 - Quizvraag

Bereken de dichtheid en geef aan of het materiaal drijft zweeft of zinkt.
Een olievlek heeft een massa van gram en een volume van 50 cm3.

Slide 20 - Open vraag

Bereken de dichtheid en geef aan of het materiaal drijft zweeft of zinkt.
Een plasticfles heeft een massa van 8 gram en een volume van 30 cm3.

Slide 21 - Open vraag

Bereken de dichtheid en geef aan of het materiaal drijft zweeft of zinkt.
Een vis heeft een massa van 100 gram en een volume van 100 cm3.

Slide 22 - Open vraag

Bereken de dichtheid en geef aan of het materiaal drijft zweeft of zinkt in water.
Een steen heeft een massa van 800 gram en een volume van 50 cm3.

Slide 23 - Open vraag

Hoe ging de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 25 - Open vraag

Waar wil je nog extra aandacht aan besteden?

Slide 26 - Open vraag

Huiswerk 
De twee vragen "Hoe bewijs je dat je het leerdoel beheerst?''
 en ''Wat heb ik geleerd en waar moet ik nog extra aandacht aan besteden?'' uitwerken voor het leerdoel 7 en 8, zodat deze volgende week donderdag afgetekend kunnen worden.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide