HD 14 - compleet

Hoofdstuk14 - Duurzaamheid
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 12 videos.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk14 - Duurzaamheid

Slide 1 - Tekstslide

14.1

Slide 2 - Tekstslide

Voedselkringloop en koolstofkringloop!

Slide 3 - Tekstslide

Hoe voorkom je uitputting van de aarde? 
Teveel gebruik van aarde = uitputting
-> en dus tekort aan voedsel, water, energie, grondstoffen. 
Voedselkringloop = kringloop van mineralen en voedsel 

Slide 4 - Tekstslide

Voedselkringloop; op een rijtje: 
*De producenten (planten) leggen tijdens de fotosynthese energie uit zonlicht vast in glucose.
-> Planten gebruiken bij de fotosynthese water en koolstofdioxide. Uit de energierijke stof glucose, maken planten andere voedingsstoffen. 
-> De consumenten (dieren en mensen) gebruiken de voedingsstoffen die planten maken. De energie uit glucose komt vrij door de verbranding in je cellen. 
-> Afvaleters (insecten bv) eten dode resten (natuurlijk afval) van producenten en consumenten en maken het zo klein. 
 -> De reducenten (schimmels en bacteriën) zetten de resten om in mineralen. De planten nemen die mineralen weer op.

Slide 5 - Tekstslide

Koolstofkringloop
 (koolstofdioxide // glucose)

Beredeneer:
Fotosynthese/verbranding?

Wie leggen er koolstof VAST?
Wie maken er koolstof VRIJ?





Slide 6 - Tekstslide

Koolstofkringloop
De kringloop van fotosynthese en verbranding. 

* In de kringloop zit een koolstofdeeltje (C) dat in beide formules terugkomt (koolstofdioxide // glucose)

Slide 7 - Tekstslide

Fossiele brandstoffen
Steenkool, aardolie, aardgas

Wat is het probleem bij de verbranding hiervan?

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het probleem van teveel CO2?

Slide 9 - Tekstslide

Over die kringlopen..
Gesloten kringloop: als de verbruikte stoffen ook weer aangevuld worden.
Compost: mest voor de tuin, gemaakt door GFT-afval
Recyclen: hergebruiken.

Slide 10 - Tekstslide

14.2

Slide 11 - Tekstslide

Waarom zijn er regels voor boeren? 
Veeteeltbedrijven: meer mest dan nodig. -> mestoverschot. ->
Teveel mestverspreiding over land ->
overbemesting. - meer mineralen dan grond/planten nodig heeft - mineralen komen in grondwater in natuurgebieden - > vermesting (eutrofiëring) -> milieuproblemen.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Eutrofiëring:
Eutrofiëring = vermesting
-> milieuproblemen:
1. sommige planten gaan exreem hard groeien/andere verdwijnen. Bijv: heide
2. Waterbloei -> snelle groei van algen/kroos -> afbraak van bacteriën kost véél zuurstof -> alle dieren in sloot dood. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Verzuring van de bodem

Ammoniak: stinkende gas in mest -> veroorzaakt verzuring. 
1. ammoniak in bodem -> bacterién zetten dit om in nitraat + salpeterzuur

2. Ammoniak komt in lucht -> bij neerslag in bodem -> omgezet in salpeterzuur

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Regels voor boeren
1. Ze mogen niet méér mineralen op land brengen dan hun gewassen op kunnen nemen. Daarom- verplicht hun  ‘mineralenboekhouding’ bijhouden.

2. Mest niet over het land verspreiden, maar met machine in de grond spuiten: mestinjectie (bron 9).

Slide 18 - Tekstslide

Regels voor gewas-beschermingsmiddelen

2 eisen aan gewasbesch.middelen: 1.De middelen werken selectief: doden zo veel mogelijk alleen de plaagorganismen.
2,De middelen zijn biologisch afbreekbaar: af te breken door schimmels+ bact. -> Gif blijft dan niet heel lang in de bodem zitten.

Slide 19 - Tekstslide

Gifophoping
Gif lang in bodem? -> planten opname -> consumenten ook gifopname -> gifstoffen doorgave -> einde keten = gifophoping

Slide 20 - Tekstslide

Regels voor het welzijn van dieren

- Uiten van natuurlijk gedrag van dier graag.
-> Goede leefomstandigheden creëren.
-Belemmering natuurlijk gedrag? -> abnormaal gedrag; bv kippen pikken elkaar/ varkens bijten in stalen hekken.
-> Dus: Regels over minimale hoeveelheid ruimte + licht. 
 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Dusss..
Waarom zijn er zoveel regels voor boeren


1. Overbemesting/mestoverschot: regels voor bemesting
2. Gifophoping: regels voor gewasmeschermingsmiddelen
3. Welzijn van de dieren: regels voor het welzijn van de dieren.

Slide 23 - Tekstslide

14.3

Slide 24 - Tekstslide

Wat zijn de gevolgen van luchtvervuiling?
Fossiele brandstoffen: aardolie, aardgas en steenkool.
-> verbrand in motoren, fabrieken, huizen, energiecentrales.
-> hierbij: afvalgassen in de lucht
 1. koolstofdioxide
2. zwaveldioxide
3. stikstofdioxide 
Uitstoot: Vrijkomen van afvalgassen

Slide 25 - Tekstslide

Fijnstof in de lucht
Fijnstof = kleine deeltjes stof/roet in lucht -> luchtvervuiling
- inademen = slecht voor gezondheid

Smog = mist van fijnstof + afvalgas, vooral op warme,windstille dagen

Verzuring = bodem zuur a.g.v. uitstoot van ammoniak(landbouw)/stikst.dioxide/zwaveldioxide (industrie/verkeer)


Slide 26 - Tekstslide

Gevolg van verzuring
Verzuring vd bodem -twee gevolgen: (bron 7).

1. Door zuur lossen mineralen op -spoelen uit naar het grondwater -> onbereikbaar voor plantenwortels.

2. Door zuur komen giftige stoffen in bodem vrij, (bv lood/ aluminium) -> beschadigt wortelharen. -> zieke planten. 


Slide 27 - Tekstslide

Wat is het probleem van CO2?
Fossiele brandstoffen: ontstaan uit planten/dierenresten 300 miljoen jr. geleden -> bij verbranding teveel CO2 in lucht -> natuurlijke koolstofkringloop verstoord

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Koolstofkringloop
(herhaling)
De kringloop van fotosynthese en verbranding. 

* In de kringloop zit een koolstofdeeltje (C) dat in beide formules terugkomt (koolstofdioxide // glucose)

Slide 30 - Tekstslide

Natuurlijke/verstoorde koolstofkringloop
Eerst de 'natuurlijke kringloop' :
*Planten maken uit CO2 en water de energierijke stof glucose (C6H12O2).

*Dieren &mensen eten planten en krijgen de glucose binnen. vervolgens verbranden ze de glucose -> voor energie. 
Daarbij komt CO2 vrij.

*Planten nemen het CO2 uit de lucht weer op.

Slide 31 - Tekstslide

Natuurlijke/verstoorde kringloop
Teveel CO2, door het vele verbranden van fossiele brandstoffen.
- té veel CO2 in lucht? -> niet meer op te nemen door planten -> teveel CO2 in atmosfeer -> 'versterkt broeikaseffect'. 

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Filmpjes over het broeikaseffect
Op de volgende dia's onder andere verschillende filmpjes over het broeikaseffect.

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Slide 36 - Video

Slide 37 - Video

Slide 38 - Video

Slide 39 - Video

14.4

Slide 40 - Tekstslide

Hoe verminder je het broeikaseffect?

1. Minder elektriciteit of gas gebruiken
2. Duurzame energie gebruiken; wind-en zonne-energie, of
biobrandstoffen(gemaakt door planten); zoals biogas uit afval of biodiesel uit algen

Slide 41 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van een biobrandstof.

Slide 42 - Open vraag

Wat helpt tegen luchtvervuiling?
- Minder fossiele brandstoffen gebruiken (minder CO2 - ook minder zwaveldioxide, stikstofdioxiden en fijnstof in de lucht
- Fabrieken rook zuiveren en CO2 opslaan 
- Auto's : katalysator in uitlaat 
- Dieselauto's met roetfilter

Slide 43 - Tekstslide

Teken de koolstofkringloop
Gebruik: energie uit zonlicht, energie komt vrij, CO2+H2O, C6H12O6 (=glucose), zuurstof, fotosynthese en verbranding. 

TIP: begin eens met het opschrijven van de reactievergelijkingen van fotosynthese en verbranding.

Klaar? Check jezelf met bron 6 uit paragraaf 14.1

Slide 44 - Tekstslide

14.6

Slide 45 - Tekstslide

Waardoor verandert het klimaat?
Klimaat: gemiddelde weer over langere periode in bepaald gebied. 
- in NL: stijgend klimaat. 
- algemeen op aarde: stijgende temperatuur. 
Gevolgen?.....

Slide 46 - Tekstslide

Waardoor vindt er opwarming van de aarde plaats? 
1. natuurlijke schommelingen -> vroeger waren er immers ook ijstijden, tijdens middeleeuwen juist hoog -> weinig bewijs 

2. Versterkt broeikaseffect - veel bewijs -> CO2 stijgt door verbranding fossiele brandstoffen + ontbossing. 
opwarming aarde

Slide 47 - Tekstslide

Minder bos.. en dus? 
Minder bos = minder opname van CO2 door planten. 
'Ontbossing' noem je dit. -> versterkte broeikaseffect

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Video

Welke gevolgen heeft opwarming?
3. Vaker extreem weer
- Overstromingen, stormen, droogte

4. De natuur verandert
- Nieuwe omstandigheden voor dieren en planten: evolutie

Slide 50 - Tekstslide

Exoten in Nederland
Kies: tijgermug, amerikaanse rivierkreeft, halsbandparkiet of eikenprocessierups
Zoek informatie over de exoot die je gekozen hebt om de volgende vragen te kunnen beantwoorden.
- Wat is een (invasieve) exoot?
-Wat zijn de gevolgen van de aanwezigheid van deze exoot in Nederland op het ecosysteem?


Slide 51 - Tekstslide