In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 2: Krachten
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we vandaag doen?
Terugblik op vorige les
Vervolg paragraaf 2.3
Klassikaal oefenen
Zelfstandig aan de slag
Slide 2 - Tekstslide
Wat is GEEN hefboom?
A
Schaar
B
Hamer
C
Tuinslang
D
Breekijzer
Slide 3 - Quizvraag
Wat is een hefboom?
A
Een manier om een voorwerp zwaarder te maken
B
Een manier om meer kracht uit te oefenen
C
Een manier een boom om te hakken
D
Een manier om een website te programeren
Slide 4 - Quizvraag
Is de hefboom in evenwicht?
F1×l1=F2×l2
F1×l1=F2×l2
Fl×rl=Fr×rr
A
De hefboom is in evenwicht.
B
De hefboom is niet in evenwicht.
Slide 5 - Quizvraag
het moment links is ....?
A
60 Nm
B
60 N
C
60 m
D
0,0060 Nm
Slide 6 - Quizvraag
Breng de hefboom in evenwicht
Slide 7 - Sleepvraag
De hefboom...
A
kantelt links naar beneden.
B
is in evenwicht.
C
kantelt rechts naar beneden.
Slide 8 - Quizvraag
Een 2,0 kg zware steen hangt aan een 4,0 meter lange homogene hefboom. De hefboom is in evenwicht. Hoe zwaar is de hefboom?
A
0,5 kg
B
1,0 kg
C
2,0 kg
D
4,0 kg
Slide 9 - Quizvraag
Is deze hefboom in evenwicht?
Toon met een berekening aan of deze hefboom in evenwicht is of niet.
Slide 10 - Open vraag
Martijn traint zijn arm- en rugspieren door zich op te drukken. De afbeelding hieronder toont Martijn in de bovenste stand. In deze stand wordt door de grond een normaalkracht F uitgeoefend op zijn arm. Deze kracht zorgt er, samen met dezelfde even grote kracht op zijn andere arm en de zwaartekracht dat Martijn in evenwicht is ten opzichte van scharnierpunt S.. De massa van Martijn is 64 kg en zijn lengte is 1,70 m. In de afbeelding stelt Z het
zwaartepunt van Martijn voor. Bepaal uit onderstaande afbeelding de grootte van kracht F.
Slide 11 - Tekstslide
Herhaling
De kruiwagen hiernaast is beladen met 150 Kg aan stenen. De stenen hebben een afstand tot de as van 40 cm. De handvaten hebben een afstand van 150 cm tot de as. Hoeveel kracht moet je leveren om de kruiwagen te laten rijden?
Slide 12 - Tekstslide
Geef bij elke van de hefbomen de krachten en het draaipunt weer met behulp van driehoek en pijlen.
Slide 13 - Tekstslide
Leerdoelen
De leerling kan het principe van hefbomen uitleggen
De leerling kan uitleggen wat het "moment' betekent.
De leerling kan het moment uitrekenen.
De leerling kan meerdere momenten met elkaar vergelijken.
Slide 14 - Tekstslide
Paragraaf 2.3 Hefbomen
Veel krachten om ons heen zijn veel te groot om te overbruggen. Om die kracht toch te kunnen leveren maken we gebruik van hefbomen.
Slide 15 - Tekstslide
Paragraaf 2.3 Hefbomen
Het basisprincipe van een hefboom is:
"Wat je wint aan kracht, verlies je aan afstand."
Je hoeft minder kracht te leveren, maar je moet daarvoor wel meer afstand afleggen.
Martijn traint zijn arm- en rugspieren door zich op te drukken. De afbeelding hieronder toont Martijn in de bovenste stand. In deze stand wordt door de grond een normaalkracht F uitgeoefend op zijn arm. Deze kracht zorgt er, samen met dezelfde even grote kracht op zijn andere arm en de zwaartekracht dat Martijn in evenwicht is ten opzichte van scharnierpunt S.. De massa van Martijn is 64 kg en zijn lengte is 1,70 m. In de afbeelding stelt Z het
zwaartepunt van Martijn voor. Bepaal uit onderstaande afbeelding de grootte van kracht F.
Slide 19 - Tekstslide
Herhaling
De kruiwagen hiernaast is beladen met 150 Kg aan stenen. De stenen hebben een afstand tot de as van 40 cm. De handvaten hebben een afstand van 150 cm tot de as. Hoeveel kracht moet je leveren om de kruiwagen te laten rijden?
Slide 20 - Tekstslide
Wat is voor jouw nog lastig als het om hefbomen gaat?
Slide 21 - Open vraag
Zelfstandig aan de slag
H3:
Lees paragraaf 3
Maak de vragen
Ben je klaar? Bekijk paragraaf 1-2 nog een. Of maak een samenvatting van paragraaf 3