1E dinsdag 14 maart 3.4 deel II

Als je 
binnenkomt:


BEN IK RUSTIG LOPEND DE KLAS INGEKOMEN?
BEN IK ZONDER LAWAAI TE MAKEN DE KLAS BINNENGEKOMEN?
HEB IK MIJN TELEFOON IN DE TAS GESTOPT?
ZIT IK AAN TAFEL, LIGT MIJN BOEK, SCHRIFT, PEN OP TAFEL?
STAAT MIJN TAS NAAST ME OP DE GROND? 
BEN IK STIL AAN HET WACHTEN TOT DE LES BEGINT?  Zo ja  --> 

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Als je 
binnenkomt:


BEN IK RUSTIG LOPEND DE KLAS INGEKOMEN?
BEN IK ZONDER LAWAAI TE MAKEN DE KLAS BINNENGEKOMEN?
HEB IK MIJN TELEFOON IN DE TAS GESTOPT?
ZIT IK AAN TAFEL, LIGT MIJN BOEK, SCHRIFT, PEN OP TAFEL?
STAAT MIJN TAS NAAST ME OP DE GROND? 
BEN IK STIL AAN HET WACHTEN TOT DE LES BEGINT?  Zo ja  --> 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag:
  • 10 minuten lezen
  • Huiswerk bespreken opdracht 16 t/m 18
  • Nieuwe schrijftaak maken --> oefenen met verslag schrijven
  • Lesafsluiting

Nodig: je leesboek, je A-boek, je schrift en je telefoon. 

Slide 2 - Tekstslide

10 minuten lezen
Lees tenminste 5 pagina's. 
Lees in stilte, zorg dat je medeleerlingen rustig kunnen lezen. 

Leg ook je boek en schrift open, ik kom langs om te kijken of en hoe je je huiswerk hebt gemaakt. 

Slide 3 - Tekstslide

Waar waren we ook alweer mee bezig?

Slide 4 - Tekstslide

Donderdag: SO - verslag schrijven
Lesdoel vandaag: na deze les kan je vertellen hoe je een goed verslag schrijft. 

Slide 5 - Tekstslide

Dus hoe schrijf je een 'goed' verslag?
1.  Verzamel informatie. Maak eerst aantekeningen. Wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe?
2. Zorg voor een pakkende titel. Benoem het onderwerp van de tekst, of geef al iets meer informatie. Je maakt dus een keuze, je hebt maar een paar woorden!
3. Zorg voor een inleiding die de lezer kort vertelt waar het verslag over gaat, en die de lezer nieuwsgierig maakt naar de rest van het verslag (de binnenkomer). 
4. Schrijf de gebeurtenissen in de juiste volgorde. Het zijn gebeurtenissen uit het verleden, dus je schrijft het verslag in de verleden tijd. Gebruik signaalwoorden die tijdsvolgorde aangeven. 
5. Kies belangrijke informatie en daarbij behorende details. Niet alles is interessant om te lezen, maak een goede keuze. Let op herhaling van dezelfde woorden, gebruik synoniemen. 
6. Zet je naam onder het verslag. 
7. Gebruik hoofdletters, interpunctie en spel de werkwoordsvormen juist. 

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld goed verslag p.209

Slide 7 - Tekstslide

Schrijftaak p. 217 en 218

Slide 8 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

Nieuwe schrijftaak

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht
Bekijk de foto. Je krijgt al informatie op de 5W1H vragen:
Wie: arme kinderen
Wat: selfie maken
Waar: India
Wanneer: een ochtend in de zomer
Waarom en Hoe: ze doen net of ze een telefoon hebben gevonden, wat in hun geval niet zo zal zijn, omdat ze arm zijn. Toch zijn ze er blij mee.


Slide 11 - Tekstslide

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Huiswerk morgen:
Schrijf het verslag van minimaal 20 regels. 
Kijk naar wat je inmiddels weet over een goed verslag schrijven!

Slide 12 - Tekstslide