H 1.3 Stoffen zuiveren

Nask-2 ( Chemie)
H1.3 :  Scheiden mengsels
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Nask-2 ( Chemie)
H1.3 :  Scheiden mengsels

Slide 1 - Tekstslide

lesdoel
  • weten wat  Adsorberen is

  • weten wat Destilleren is

Slide 2 - Tekstslide

demo-practicum Adsorberen 
ontkleuren van spiritus:
  • spiritus
  • filter met actiefkool

Slide 3 - Tekstslide

1.3 Scheidingsmethode        Adsorberen
Type mengsel: oplossingen, emulsies, rook, nevel, gasmengsels
Stofeigenschap: aanhechtingskracht. 

Slide 4 - Tekstslide

demo-practicum destilleren
alcohol uit wijn:
  • rode wijn
  • destillatie-apparaat

Slide 5 - Tekstslide

1.2 Scheidingsmethode        5/8 Destilleren
Type mengsel: oplossingen, gels, emulsie
Stofeigenschap: kookpunt

Slide 6 - Tekstslide

De scheidingsmethode adsorberen berust op het verschil in
A
kookpunt
B
smeltpunt
C
hechtingsvermogen
D
oplosbaarheid

Slide 7 - Quizvraag

De scheidingsmethode destilleren berust op het verschil in
A
kookpunt
B
smeltpunt
C
hechtingsvermogen
D
oplosbaarheid

Slide 8 - Quizvraag

 Chromatografie
Chromatografie betekend schrijven met kleur (chroma = kleur, grafie = schrijven)
Je maakt bij de scheiding met chromatografie gebruik van oplosbaarheid en aanhechtingsvermogen.

Slide 9 - Tekstslide

 Chromatografie
oplosbaarheid
van een stof in de loopvloeistof. hoe beter deze oplost hoe makkelijker deze meeloopt met de loopvloeistof aanhechtingsvermogen.
hoe beter de hechting van een stof aan het papier hoe lager deze eindigd.

Slide 10 - Tekstslide

 Chromatografie

Slide 11 - Tekstslide

0

Slide 12 - Video

De scheidingsmethode chromatografie berust op de volgende twee stofeigenschappen
A
kookpunt, oplosbaarheid
B
oplosbaarheid, hechtingsvermogen
C
hechtingsvermogen, kookpunt
D
oplosbaarheid kleur van de stof

Slide 13 - Quizvraag

Met de mobiele fase bedoelen we
A
het oplosmiddel
B
de loopvloeistof
C
het papier
D
de kleurstoffen

Slide 14 - Quizvraag

Met de stationaire fase bedoelen we
A
het oplosmiddel
B
de loopvloeistof
C
het papier
D
de kleuren

Slide 15 - Quizvraag