Vier verschillende stikstofbasen: Adenine (A), Thymine (T), Cytosine (C), Guanine (G)
Combinaties A=T en C≡G (baseparing)
De ene streng is complementair aan de andere
DNA
Slide 8 - Tekstslide
eiwitproductie
van de template/matrijsstreng moet RNA gemaakt worden
de RNA streng lijkt dan op de coderende streng.
Slide 9 - Tekstslide
Eiwitproductie
1. Eiwitproductie begint in de celkern. Een stukje DNA bevat de bouwinstructie voor een eiwit.
2. Dit stukje wordt gekopieerd in de vorm van een RNA molecuul (transcriptie)
3. Via de kern poriën reist het RNA molecuul vervolgens naar het cytoplasma
4. Een ribosoom “leest” het RNA- molecuul en koppelt dan aminozuren aan elkaar volgens de bouwinstructie (translatie)
Slide 10 - Tekstslide
Transcriptie: DNA naar RNA
- RNA is enkelstrengs
- RNA heeft Uracil (U) ipv Thymine (T) als stikstofbase
Tegenover de A wordt een U ingebouwd en tegenover T een A
Bij C een G en bij G een C.
Slide 11 - Tekstslide
Translatie: RNA naar eiwit
Het RNA verlaat de kern (via een kernporie) naar het cytoplasma en bindt aan een ribosoom.
Het ribosoom leest het mRNA in steeds 3 basen tegelijk (triplet/ codon).
Slide 12 - Tekstslide
Celdeling nodig voor
Groei (nieuwe cellen)
Herstel (vervanging dode/ beschadigde cellen)
Instandhouding
Slide 13 - Tekstslide
Voor de mitose zijn de chromatiden (tijdens de S-fase) verdubbeld (zuster chromatiden)
Slide 14 - Tekstslide
Levenscyclus van een cel
BINAS 76A
Slide 15 - Tekstslide
Mitose
BINAS 76B1
Slide 16 - Tekstslide
Controle van de celdeling
Een tumor is goedaardig als hij netjes omsloten is en langzaam groeit. Als hij snel groeit en omliggende weefsels binnendringt is een tumor kwaadaardig = kanker.
Als kankercellen losraken en via bloed/ lymfe in andere organen terecht komen en daar een tumor veroorzaken is dit een uitzaaiing.
Slide 17 - Tekstslide
Soms gaat de regeling van de celdeling mis:
Slide 18 - Tekstslide
Celmembraan
Slide 19 - Tekstslide
Diffusie
Slide 20 - Tekstslide
Actief en passief transport
Slide 21 - Tekstslide
Osmose
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Onthoud:
Wat je weet: x-as
Wat je meet: y-as
Wat je weet = onafhankelijke variabele
Wat je meet = afhankelijke variabele
Slide 25 - Tekstslide
zelfstandig leren thema 2 en 3
tip. maak oefentoets online of ga oefeningen maken op biologiepagina
donderdag herhaling diergedrag
vrijdag zelfstandig leren en tijd voor extra uitleg