H6.2 verkleinen
1 / 22
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Vergrotingsfactor =
A
lengte beeld : lengte origineel
B
lengte origineel : lengte beeld
Slide 4 - Quizvraag
De vergrotingsfactor = : =
4,2
5,8
1,4
0,7
Slide 5 - Sleepvraag
Welk figuur is het origineel?
A
figuur A
B
figuur B
Slide 6 - Quizvraag
Wat meet je om de vergrotingsfactor te berekenen?
A
de zwarte cirkel
B
de blauwe cirkel
C
de rode cirkel
D
de totale hoogte
Slide 7 - Quizvraag
Bereken de vergrotingsfactor
Origineel = 3,1 cm en beeld = 4,7 cm
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
factor = : =
3,6 cm
3,5 cm
6,5 cm
6,6 cm
6,5
3,5
6,6
3,6
1,83
0,55
Slide 10 - Sleepvraag
De echte afdruk = 4 cm
Het beeld = 6 cm
De vergrotingsfactor =
Het beeld = 6 cm
De vergrotingsfactor =
A
4 : 6 = 0,67
B
6 : 4 = 1,5
C
4 : 6 = 0,67 cm
D
6 : 4 = 1,5 cm
Slide 11 - Quizvraag
AB =
AD =
De vergrotingsfactor = : =
Het beeld
Het origineel
3
5,1
0,59
1,7
Slide 12 - Sleepvraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
A
PR = 4 cm en P'R' = 2,4 cm
B
PR = 4,1 cm en P'R' = 2,4 cm
C
PR = 4 cm en P'R' = 2,5 cm
D
PR = 4,1 cm en P'R' = 2,5 cm
Slide 16 - Quizvraag
A
factor = 4 : 2,4 = 1,67
B
factor = 2,4 : 4 = 0,6
Slide 17 - Quizvraag
80% is hetzelfde als vergrotingsfactor
A
0,8
B
8
C
80
Slide 18 - Quizvraag
150% is hetzelfde als vergrotingsfactor
A
150
B
15
C
1,5
D
0,15
Slide 19 - Quizvraag
Een foto van 20 bij 30 cm wordt vergroot met 150%
Wat zijn de nieuwe maten?
Wat zijn de nieuwe maten?
Slide 20 - Open vraag
Bij een vergroting van 80% wordt de foto
A
groter
B
kleiner
