2e jaars voltooid

Grammatica 
Werkwoordspelling: het voltooid deelwoord

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Grammatica 
Werkwoordspelling: het voltooid deelwoord

Slide 1 - Tekstslide

Wat is juist?

A
Mijn zoon vind spelling niet moeilijk
B
Mijn dochter vind spelling leuk
C
Ik vind spelling makkelijk
D
Wat vindt jij van spelling?

Slide 2 - Quizvraag

Wij (lunchen, vt) met Pinksteren in het zonnetje.
A
lunchten
B
lunchden
C
lunchtten
D
lunchdden

Slide 3 - Quizvraag

Gisteren (raden) wij het antwoord.
A
raden
B
raaden
C
raadden

Slide 4 - Quizvraag

De patiënt (antwoorden, vt) niet op het verzoek van de verpleegkundige.
A
antwoordde
B
antwoorden
C
antwoordden
D
antwoordt

Slide 5 - Quizvraag

Het voltooid deelwoord



Slide 6 - Tekstslide

Het vd geeft aan dat iets afgerond is, het is voorbij.
Ik heb lang gezwommen = ik zwem nu niet meer

Slide 7 - Tekstslide

Je gebruikt de regel van het TaXiKoFSCHiP ook bij het vormen van een voltooid deelwoord van een zwak werkwoord:



1. Neem het hele werkwoord en haal daar -en vanaf.
2. Is de laatste letter van dit nieuwe woord een medeklinker uit het woord TaXiKoFSCHiP?
Ja > ge + stam + -t
Nee > ge + stam + -d
Hopen - en > hop. hop eindigt op een p. De p zit in TaXiKoFSCHiP, dus je schrijft -t:
Ik heb gehoopt.
Halen - en > hal. hal eindigt op een l. De l zit niet in TaXiKoFSCHiP, dus je schrijft -d:
Ik heb gehaald.


Slide 8 - Tekstslide

wat is het voltooid deelwoord van
'proeven'
(zit de letter 'v' in 'x kofschip?)
A
geproefd
B
geproeft
C
geproeven

Slide 9 - Quizvraag

Geef het voltooid deelwoord van dweilen
A
gedweild
B
gedweilt

Slide 10 - Quizvraag