HAVO 2 - SPELLING H4.5 (LES 1)

Spelling H4.5

Havo 2

Les 2
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Spelling H4.5

Havo 2

Les 2

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
- Voorkennis activeren
- Theorie tussenletters in samenstellingen
- Aan de slag met opdrachten
- Afsluiting les

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Je kunt samenstellingen schrijven

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een samenstelling? Geef ook een voorbeeld van een samenstelling.

Slide 4 - Open vraag

Wat is juist?
A
stadschouwburg
B
stadsschouwburg

Slide 5 - Quizvraag

Maak een samenstelling van de woorden personeel + afdeling

Slide 6 - Open vraag

Maak een samenstelling van de woorden houdbaarheid + datum

Slide 7 - Open vraag

Maak een samenstelling van de woorden dakloos + krant

Slide 8 - Open vraag

Maak een samenstelling van de woorden peer + boom

Slide 9 - Open vraag

Samenstelling
Een samenstelling bestaat uit twee woorden die aan elkaar geplakt zijn: stoelpoot, tafelkleed, postermateriaal, telefoonoplader.

Soms moet je tussen de twee woorden tussenletters plaatsen: -s of -(e)n.
De regel voor de tussen-s is duidelijk:
- Schrijf een -s- als je die hoort: jongensboek, stadsschouwburg.
- Als het tweede woord begint met een -s, verander dit woord dan en luister of je een -s hoort: stadsreiniging, dus ook stadsschouwburg.

Slide 10 - Tekstslide

Samenstelling
Als je een tussen-s hoort, moet je een tussen-s schrijven. Zo simpel is het.
Schrijf je stationcafé of stationscafé? Omdat alle andere samenstellingen met station met een s zijn (stationsplein, stationsklok) kun je ervan uitgaan dat stationscafé ook met een tussen-s is. Datzelfde geldt voor woorden waarbij je het niet kunt horen. Zoals personeelschef, waarin de s samenvalt met de ch. Je weet dat personeelsafdeling met een s is, dus is personeelschef dat ook.Samenstellingen waarvan het eerste deel eindigt op -ing, -heid, -iteit of -schap zijn meestal met een tussen-s. Bijvoorbeeld: lievelingsdier, houdbaarheidsdatum, identiteitsbewijs, vriendschapsboekje.

Slide 11 - Tekstslide

Samenstelling
Op de regel voor de tussen-(e)n zijn veel uitzonderingen. Dit is de basisregel:
- Schrijf een -(e)n als het eerste deel alleen een meervoud op -(e)n heeft: bejaardenflat, eikenboom.

Slide 12 - Tekstslide

Samenstelling
Je schrijft geen tussen-(e)n als het eerste woord van de samenstelling:
- geen zelfstandig naamwoord is (hogeschool, huilebalk);
- geen meervoud heeft (tarwebrood, hellevuur);
- alleen een meervoud op -s heeft (aspergesoep, douchekraan);
- een meervoud op -s en op -(e)n heeft (groenteboer, geboortecijfer);
- aangeeft hoe groot, goed, leuk, enzovoorts iets is. De samenstelling moet dan in zijn geheel een bijvoeglijk naamwoord zijn (reuzeleuk, apetrots);
- uniek is, er bestaat er maar één van (Koninginnedag, maneschijn).

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
Maak op je Chromebook opdracht 6 t/m 10 van H4.5 Spelling. Dit is ook huiswerk voor morgen!


Slide 14 - Tekstslide