Grammatica online les 3
1 / 25
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Check in-vraag
Ik weet wat een samengestelde zin is
Ik weet wat een hoofdzin en een bijzin is
Slide 3 - Poll
Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin?
De organisatie is totaal onvoorbereid geweest op de grote bezoekersaantallen.
De organisatie is totaal onvoorbereid geweest op de grote bezoekersaantallen.
A
de organisatie
B
is geweest
C
totaal onvoorbereid
D
op de grote bezoekersaantallen.
Slide 4 - Quizvraag
Wat is het onderwerp in de zin?
De organisatie is totaal onvoorbereid geweest op de grote bezoekersaantallen.
De organisatie is totaal onvoorbereid geweest op de grote bezoekersaantallen.
A
de organisatie
B
is geweest
C
totaal onvoorbereid
D
op de grote bezoekersaantallen
Slide 5 - Quizvraag
Wat is het lijdend voorwerp in de zin?
De organisatie is totaal onvoorbereid geweest op de grote bezoekersaantallen.
De organisatie is totaal onvoorbereid geweest op de grote bezoekersaantallen.
A
de organisatie
B
is geweest
C
totaal onvoorbereid
D
op de grote bezoekersaantallen
Slide 6 - Quizvraag
Wat is het meewerkend voorwerp in de zin?
De organisatie is totaal onvoorbereid geweest op de grote bezoekersaantallen.
De organisatie is totaal onvoorbereid geweest op de grote bezoekersaantallen.
A
de organisatie
B
er zit geen meewerkend voorwerp in de zin
C
totaal onvoorbereid
D
op de grote bezoekersaantallen
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de bijwoordelijke bepaling in de zin?
De organisatie is totaal onvoorbereid geweest op de grote bezoekersaantallen.
De organisatie is totaal onvoorbereid geweest op de grote bezoekersaantallen.
A
de organisatie
B
er zit geen bijwoordelijke bepaling in de zin
C
totaal onvoorbereid
D
op de grote bezoekersaantallen
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Enkelvoudige of samengestelde zin?
De trein rijdt vandaag niet verder dan Meppel, omdat er een boom op de rails ligt.
De trein rijdt vandaag niet verder dan Meppel, omdat er een boom op de rails ligt.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin
Slide 14 - Quizvraag
Enkelvoudige of samengestelde zin?
We gaan vanavond naar de film.
We gaan vanavond naar de film.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin
Slide 15 - Quizvraag
Enkelvoudige of samengestelde zin?
Nadal heeft een geweldige backhand, maar toch kan hij Federer niet passeren.
Nadal heeft een geweldige backhand, maar toch kan hij Federer niet passeren.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin
Slide 16 - Quizvraag
Wat is de hoofdzin van deze zin?
De trein rijdt vandaag niet verder dan Meppel,
omdat er een boom op de rails ligt.
De trein rijdt vandaag niet verder dan Meppel,
omdat er een boom op de rails ligt.
A
De trein rijdt vandaag niet verder dan Meppel
B
omdat er een boom op de rails ligt
C
In deze zin zit geen hoofdzin
Slide 17 - Quizvraag
Hoofdzin - bijzin?
Nadal heeft een geweldige backhand, maar toch kan hij Federer niet passeren.
Nadal heeft een geweldige backhand, maar toch kan hij Federer niet passeren.
A
zin 1 is een hoofdzin
B
zin 1 is een bijzin
C
zin 2 is een hoofdzin
D
zin 2 is een bijzin.
Slide 18 - Quizvraag
Enkelvoudige of samengestelde zin?
De trein rijdt vandaag niet verder dan Meppel, omdat er een boom op de rails ligt.
De trein rijdt vandaag niet verder dan Meppel, omdat er een boom op de rails ligt.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin
Slide 19 - Quizvraag
Enkelvoudige of samengestelde zin?
We gaan vanavond naar de film.
We gaan vanavond naar de film.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin
Slide 20 - Quizvraag
Enkelvoudige of samengestelde zin?
Nadal heeft een geweldige backhand, maar toch kan hij Federer niet passeren.
Nadal heeft een geweldige backhand, maar toch kan hij Federer niet passeren.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin
Slide 21 - Quizvraag
Wat is de hoofdzin van deze zin?
De trein rijdt vandaag niet verder dan Meppel,
omdat er een boom op de rails ligt.
De trein rijdt vandaag niet verder dan Meppel,
omdat er een boom op de rails ligt.
A
De trein rijdt vandaag niet verder dan Meppel
B
omdat er een boom op de rails ligt
C
In deze zin zit geen hoofdzin
Slide 22 - Quizvraag
Hoofdzin - bijzin?
Nadal heeft een geweldige backhand, maar toch kan hij Federer niet passeren.
Nadal heeft een geweldige backhand, maar toch kan hij Federer niet passeren.
A
zin 1 is een hoofdzin
B
zin 1 is een bijzin
C
zin 2 is een hoofdzin
D
zin 2 is een bijzin.
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Tekstslide
Check out-vraag:
Ik weet nu wat een samengestelde zin is en ik denk dat ik hoofd- en bijzinnen kan herkennen in een zin.
Ik weet nu wat een samengestelde zin is en ik denk dat ik hoofd- en bijzinnen kan herkennen in een zin.
😒🙁😐🙂😃
