Bekijk de scène in de nacht, waarin Maud bij de bank zit en Thomas de kamer binnenloopt. Maak drie kolommen op een vel papier. In de eerste kolom schrijf je de gedachten op van Maud in die situatie. Ze zit bij de bank en hoort een geluid, ze denkt dan bijvoorbeeld: Wat hoor ik? Geschuif. Thomas! Wat doet hij hier? etc. In de tweede kolom schrijf je de gedachten op van Thomas. In de derde kolom schrijf je de gedachte op van de hamster. Die laatste moet je dus helemaal zelf verzinnen.