Perspectieven

Perspectieven

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Perspectieven

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
Ik weet wat perspectieven zijn.

Ik weet vanuit welke perspectieven het meest wordt geschreven en kan ze omschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

0

Slide 3 - Video

Perspectieven
Ik-verteller

De verteller is een ik-figuur die als personage meespeelt in het verhaal. De lezer ziet alles door zijn/haar ogen en wat hij/zij denkt en voelt. Van de andere personages weet je alleen wat de ik-figuur vertelt.

Slide 4 - Tekstslide

Perspectieven Hij/zij-verteller

Je bekijkt het verhaal door de ogen van een van de personages. Je kent zijn of haar gedachten en gevoelens, maar niet die van de andere personages in het verhaal.

Slide 5 - Tekstslide

Perspectieven Alwetende verteller
De verteller speelt zelf geen rol in het verhaal. Hij vertelt over de personages in de hij of zij-vorm, net als de hij/zij-verteller. Maar deze verteller weet van alle personages wat ze zien, horen, denken en voelen. Hij weet wat er eerder gebeurde, wat er tegelijk gebeurt en hoe het verhaal verder gaat.

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag
Lees de tekst Hammie.
timer
15:00

Slide 7 - Tekstslide

Beantwoord de volgende vragen:
1. Maud woont in een samengesteld gezin. Hoe vindt ze dat? Heeft ze er problemen mee? Waarom? Ben jij of ken jij ook iemand die in een samengesteld gezin opgroeit? Hoe is dat?

2. Begrijp je waarom Maud boos is? Op wie is ze boos?

3. Heb je ook wel eens een hamster of een ander huisdier gehad? Wat is je leukste herinnering aan jouw huisdier?
timer
10:00

Slide 8 - Tekstslide

Beantwoord de volgende vragen:
Hoe denken de verschillende familieleden over de hamster in het verhaal? Hoe denkt Mauds vader over de hamster? Hoe denkt Maud over de hamster? Hoe denkt Thomas over de hamster?
timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Doe het volgende:
Bekijk de scène in de nacht, waarin Maud bij de bank zit en Thomas de kamer binnenloopt. Maak drie kolommen op een vel papier. In de eerste kolom schrijf je de gedachten op van Maud in die situatie. Ze zit bij de bank en hoort een geluid, ze denkt dan bijvoorbeeld: Wat hoor ik? Geschuif. Thomas! Wat doet hij hier? etc. In de tweede kolom schrijf je de gedachten op van Thomas. In de derde kolom schrijf je de gedachte op van de hamster. Die laatste moet je dus helemaal zelf verzinnen.
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Doel van de les bereikt?
Ik weet wat perspectieven zijn.

Ik weet vanuit welke perspectieven het meest wordt geschreven en kan ze omschrijven.

Slide 11 - Tekstslide