Je mag 4 lootjes trekken uit een vaas met 6 lootjes zonder prijs en 5 lootjes met een prijs. Wat is de kans op 1 prijs?
(14)⋅115⋅(116)3
(14)⋅115⋅106⋅95⋅84
(411)(15)⋅(36)
Slide 3 - Tekstslide
Kansverdelingen
Slide 4 - Tekstslide
Aankondiging wiskunde Olympiade
Slide 5 - Tekstslide
Kansverdeling
Stochast = toevalsvariabele
Een vaas bevat 12 knikkers waaronder 4 rode. Je trekt 3 knikkers uit deze vaas. X = het aantal rode knikkers dat je pakt. Stel de kansverdeling op van X.
Slide 6 - Tekstslide
Zelf aan de slag
Maak hierbij opdracht 35, 37, 40
Slide 7 - Tekstslide
Verwachtingswaarde
Slide 8 - Tekstslide
Verwachtingswaarde
Bij de eindejaarsloterij worden 1.700.000 miljoen loten verkocht. Er is 1 hoofdprijs van 34,4 miljoen, 3 tweede prijzen van 5 miljoen, 15 derde prijzen van een miljoen en 250 prijzen van 10.000 euro. Een lot kost €35,-. Wat is de verwachte winst van deze loterij?
Slide 9 - Tekstslide
Zelf aan de slag
Maak hierbij opdracht 43, 46, 47
Slide 10 - Tekstslide
Binomiale kansen
Slide 11 - Tekstslide
Binomiaal kansexperiment
Of
Slide 12 - Tekstslide
Oefenvraag
Stel, je krijgt het volgende uur een SO. Meerkeuze, dat dan weer wel, maar je hebt niet geleerd. Wat is de kans dat je van de 20 vierkeuzevragen er 10 goed gokt?
Let op: studiewijzer klopt niet meer helemaal i.v.m. extra les.
Slide 16 - Tekstslide
Binomiale kansen deel 2
Slide 17 - Tekstslide
Herinner je je deze nog?
Stel, je krijgt het volgende uur een SO. Meerkeuze, dat dan weer wel, maar je hebt niet geleerd. Wat is de kans dat je van de 20 vierkeuzevragen er 10 goed gokt?
Stel, je krijgt het volgende uur een SO. Meerkeuze, dat dan weer wel, maar je hebt niet geleerd. Wat is de kans dat je van de 20 vierkeuzevragen er minstens 10 goed gokt?
Terug naar de GR dus...
Slide 19 - Tekstslide
Conclusie
Precies aantal: binomPdf
Meerdere opties: binomCdf
Denk erom dat CDF altijd rekent vanaf 0. Soms moet je kansen dus omschrijven.
Slide 20 - Tekstslide
Zoals bijvoorbeeld
Je gooit 20 keer met een dobbelsteen. Wat is de kans dat je minstens 8 keer een '6' gooit?
Slide 21 - Tekstslide
Uitwerkingen
P(X≥8)=1−P(X≤7)
1−binomcdf(20,61,7)=0,011
Slide 22 - Tekstslide
Zelf aan de slag
Maak hierbij opdracht 63, 64, 65
Slide 23 - Tekstslide
n berekenen
Slide 24 - Tekstslide
Dobbelstenen
Situatie 1: je gooit 10 keer met een dobbelsteen. Wat is de kans dat je minstens 4 keer 6 ogen gooit?
Situatie 2: je wilt dat de kans dat je minstens 4 keer 6 ogen gooit groter is dan 95%. Hoe vaak moet je gooien?
Slide 25 - Tekstslide
Zelf aan de slag
Maak hierbij opdracht 67, 68, 69
Slide 26 - Tekstslide
Multinomiale kansexperimenten
Slide 27 - Tekstslide
Dobbelstenen deel 2
Je gooit 10 keer met een dobbelsteen. Wat is de kans dat je drie keer 1 of 2 ogen, drie keer 3 ogen en vier keer 5 of 6 ogen gooit?
Bij de helpdesk van een internetprovider is bekend dat er op maandag tussen 8 en 9 uur gemiddeld 15 telefoontjes binnenkomen. Wat is de kans dat er op een willekeurige maandag tussen 8 en 9 uur meer dan 20 telefoontjes binnenkomen:
a) ervan uitgaande dat de provider 10.000 klanten heeft?
b) ervan uitgaande dat de provider 100.000 klanten heeft?
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.