Oefenen voor toets hoofdstuk 6 2g
de schaal is 1 : ...
1 / 12
Onderdelen in deze les
de schaal is 1 : ...
Slide 1 - Open vraag
Bereken de schaal
Slide 2 - Open vraag
Een rechthoek met een oppervlakte van 5 cm² wordt vergroot met factor 3. Bereken de oppervlakte van de vergroting.
Slide 3 - Open vraag
Justin maakt een miniatuur van zijn eigen kamer.
In het echt is de kamer 3 meter breed en 4,5 meter lang. De oppervlakte van zijn miniatuur is 600cm2
Wat is de lengte en de breedte van de miniatuur?
In het echt is de kamer 3 meter breed en 4,5 meter lang. De oppervlakte van zijn miniatuur is 600cm2
Wat is de lengte en de breedte van de miniatuur?
Slide 4 - Open vraag
Bereken de vergrotingsfactor van de verkleining van driehoek PQR naar driehoek ABC
Slide 5 - Open vraag
De kleine rechthoek heeft een oppervlakte van 8 cm2. De figuur wordt vergroot met factor 2,5. Bereken de oppervlakte van de vergroting.
Slide 6 - Open vraag
Vat II is een vergroting van vat I.
De vergrotingsfactor is 1,8.
De inhoud van vat I is 40 liter.
Bereken de inhoud van vat II.
Rond af op hele liters.
De vergrotingsfactor is 1,8.
De inhoud van vat I is 40 liter.
Bereken de inhoud van vat II.
Rond af op hele liters.
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Een blik soep heeft de inhoud van 0,75 liter. Het familieblik is 1,5 keer groter. Wat is de inhoud van het familieblik?
Slide 10 - Open vraag
De auto is 14 keer groter dan het schaalmodel.
Schrijf de schaal op.
Schrijf de schaal op.
Slide 11 - Open vraag
Het schaalmodel van de auto is 5 cm.
Welke schaal hoort er bij de auto?
Welke schaal hoort er bij de auto?
