Samentrekkingen komen voor op
drie niveaus (in de voorbeelden is het weggelaten deel onderstreept):
1. woordniveau 2. woordgroepsniveau 3. zinsniveau – een of meer zinsdelen (ow, lv, mv, bwb enz.) die twee keer voorkomen, worden weggelaten:
– Iris volleybalt op zaterdag en Peter (-) op zondag.
– Je wilt (-) en krijgt een leuk cadeautje.